Wandelen doe ik graag. Ik woon in een mooie landelijke omgeving, die uitnodigt tot ommetjes van een kilometer of vijf vanuit huis. Ook ga ik wel eens een langere wandeling maken, met een flinke pauze tussendoor om het lijf wat rust te gunnen. Ik heb nu eenmaal een fors energieprobleem. Voor die langere rustpauze gaat er proviand mee in de rugzak. Dat luistert voor de energiebalans wel nauw, want je wilt na een pauze juist niet inzakken, maar met hernieuwde energie de route weer oppakken.
Toen ik pas tijdens een wandeling bij de “koffie om te gaan” een stukje bananenbrood kreeg, raakte ik enthousiast om weer eens iets uit te proberen. Bananenbrood zonder geraffineerde suiker en gluten, zodat je er geen insulinedip van krijgt, maar wel met lekker veel noten, omdat die juist weer veel energie geven om de wandeling voort te zetten. Bovendien heb ik nog heel veel walnoten liggen die ik in het najaar verzameld heb. En uiteraard kun je dat amandelmeel ook wel vervangen door havermout of ander meel, maar dan zitten er wel gluten in. Voor elk wat wils, ja toch?
Dit is een basisrecept: banaan, ei en meel. Je kunt er van alles aan specerijen, zaden, gedroogde vruchten en noten doorheen doen. De bananen, dadels en rozijnen zorgen in deze cake voor het zoetje.
Wat heb je nodig?
Aan keukenspul: oven, cakevorm en vel bakpapier, blender of staafmixer, kom en spatel of pollepel
Ingrediënten:
- 4 rijpe bananen (4 joekels of 5 kleinere)
4 eieren
200 gr amandelmeel (1 pak)
- 8 dadels zonder pit
1 zakje bakpoeder
- 1 tl kaneel, snuf zout
- 125 gr walnoten, in grove stukken gesneden
1 hand rozijnen
Aan de slag!
Laat de dadels en de rozijnen ze een nachtje weken in een beetje vruchtensap of water
Verwarm de oven voor op 170 graden. Laat de rozijnen en dadels uitlekken in een zeef. Het sap/water gebruik je ook, dan wordt de cake smeuïger. Pureer de bananen met de dadels en de eieren en het weekvocht in de blender. Roer in een kom met een spatel of pollepel de klontjes uit het amandelmeel met bakpoeder, kaneel en zout en voeg het bananenmengsel toe. Spatel het door elkaar tot er geen droog meel meer te zien is. Spatel dan de noten en rozijnen door het beslag. Bekleed een cakevorm met bakpapier en giet het mengsel in de vorm.
Bak de cake ongeveer 45 minuten. De cake is gaar als de bovenkant mooi bruin is en als je ziet dat de randen zich iets terugtrekken van het bakpapier. Laat de bananencake iets afkoelen in de vorm en haal hem er dan uit (dat is handig met het bakpapier) om verder af te koelen.
De cake blijft een dag of 2 vers en lekker. Je kunt het ook heel goed in plakken invriezen en dan kun je het per portie meenemen in de picknickrugzak.