Hiv legde een basis onder de vriendschap tussen Hans [55] en Alex [50]. Aanvankelijk was het helemaal niet zo vanzelfsprekend dat ze überhaupt vrienden werden. “Ik dacht: wat een ontzettend, ontzettend vervelende vent.”
Alex: “We hebben elkaar zo’n 22, 23 jaar geleden leren kennen bij de KLM, op de route.”
Hans: “Op Copacabana.”
A: “Nou, aan boord van de vlucht daar naartoe. Hij was mijn leidinggevende. Ik was nog jong en fris en onschuldig. Hans was nogal… aanwezig qua persoonlijkheid. Ja, een pittig karakter, laat ik het zo verwoorden. Mag ik dit trouwens zeggen allemaal, Hans?”
H: “Jawel…”
A: “Hij was met een collega, een goede vriendin, en ze waren alleen met elkaar bezig. Op de rest van de bemanning werd neergekeken. Dat gevoel kreeg ik althans, wat natuurlijk ook een beetje mijn eigen onzekerheid was. Ik dacht: wat een ontzettend, ontzettend vervelend stel is dit. Echt heel onaardig, ik vond Hans helemaal niet leuk.”
H: “Als ik daar op terugkijk, denk ik dat ik aan het overcompenseren was. Er was natuurlijk van alles niet goed in mijn leven. Dat speelde een rol in hoe ik me opstelde.”
A: “’Wie zullen we vandaag het leven zuur maken?’”
H: “En daar kwam Alexander als Zeeuws meisje, die moesten we natuurlijk hebben. Alex vond mij dus een vreselijke pisnicht. Dat is een hele tijd zo gebleven.”
A: “Ja.”
H: “Een jaar of vijf wel. In die jaren hebben we elkaar niet veel gezien. In 1997 kreeg ik mijn hiv-diagnose. Dat was best een schok, zeker in die tijd nog. De combinatietherapie was er net, het ging eigenlijk heel goed met mij. Ik begon een beetje te testen hoe het is om aan je collega’s te vertellen dat je hiv hebt. In een hotelbar in Zürich gooide ik mijn hiv op tafel, waar Alexander ook weer bij was. Ik kreeg daar enorm veel positieve feedback op van Alex en ik dacht: wow, dit heb ik echt nodig. Op dat moment in mijn leven was dat zo belangrijk. Ik ben nog steeds trots op Alex om de dingen die hij toen tegen mij zei. Heel bijzonder.”
A: “Dank je wel. Veel ben ik half vergeten hoor, hoe sommige dingen zijn gegaan. Zelf wist ik mijn status toen niet. Wel probeerde ik hiv toentertijd bespreekbaar te maken in een blaadje voor cabinepersoneel bij KLM. KLM is altijd heel goed omgegaan met het onderwerp, dat voor veel collega’s een thema was.”
H: “Je verwacht dat activisme eerder van mensen die zelf hiv-positief zijn. Ik vond dat heel inspirerend van Alex.”
A: “Zo is dat gegaan. Die zure assistent-purser bleek opeens een heel sympathieke, slimme man te zijn met eigen verhalen en verdriet. Het was toen toch best een verdrietige tijd voor jou?”
H: “Ik heb een tijdje tussen hoop en wanhoop geleefd. Er was weinig bekend over de combinatietherapie. Is het echt zo veelbelovend? Je ziet je leven even aan je voorbij trekken, in mijn omgeving ging iedereen dood.”
A: “Het gekke was: ik vroeg aandacht voor hiv terwijl ik mezelf niet op hiv wilde laten testen in die tijd. Ik was gelukkig, en ik was bang voor hoe ik op een positieve uitslag zou reageren. Heel tegenstrijdig. Misschien dat ik daarom Hans’ openheid zo waardeerde. Pas in 2006 heb ik me laten testen. Een vriend zei tegen me: ‘Als er iemand is die een hiv-diagnose aankan, ben jij het’. Grappig hoe een ander soms beter ziet hoe je in elkaar steekt dan jijzelf. Toen ik eindelijk naar de GGD ging voor de test, zou ik op de terugweg gebak gaan halen met mijn man. De uitslag was positief, maar we zijn toch gewoon naar de bakker gegaan. Dat tekent mijn houding, hiv is voor mij nooit een enorm drama geweest. ’s Avonds lag ik op bed en keek ik naar het plafond: zo voelt het dus. Eigenlijk is er niets anders dan anders.”
H: “Wij zagen elkaar inmiddels incidenteel in de kroeg. We hingen rond in dezelfde scene, dat legde een soort basis onder onze vriendschap. Met Alex kan ik alles bespreken als het gaat om seks, seksuele gezondheid, hoe je seks beleeft. Het is zo fijn en belangrijk om zo iemand in je leven te hebben.”
A: “Bij Hans kan ik mezelf zijn. Hij kan best wijs zijn en ziet dingen op een manier die ik prettig vind. Daarmee schept hij orde in de chaos die ik soms voel. Hans is heel gestructureerd.”
H: “Wat jij over mij zegt, vind ik van jou. Jij kunt dingen heel goed analyseren en totaal los van elk vooroordeel iets aanhoren. Dat vind ik heel knap, want zelf sta ik nogal eens heel snel klaar met mijn mening. Jij kunt je mond houden en nadenken en iemand een tweede of derde kans geven.”
Alex, lacht: “Weet je zeker dat je het nu over mij hebt?”
H: “Jawel. Als het gaat over seksuele gezondheid en hoe iemand zijn seks beleeft, daarin ben jij totaal vrij van vooroordeel. Al doet iemand het met kippen, jij gaat toch een geanimeerd gesprek aan.”
A: “Nou, mutual consent staat voorop. Maar, ja, verder ben je vrij.”
H: “Ik heb Alex ook aan zijn haren bij het Hiv Servicepunt gesleept. Wij zitten redelijk ruim in onze tijd en kunnen best een paar uur per week vrijwilligerswerk verrichten. In die setting zien we elkaar ook veel.”
A: “Een mooie invulling van een vriendschap die zich heel langzaam heeft ontwikkeld. Over de jaren heen is het contact steeds intensiever geworden. Dat is prettig. Terwijl we elkaar soms ook een paar weken niet spreken, al komt dat niet vaak voor.”
H: “Ook over onze moeders hebben we veel met elkaar gesproken.
Alex, lacht: “Wil je je zorgvuldig uitdrukken alsjeblieft? Mijn moeder gaat dit straks ook lezen.”
H: “Onze relatie met onze moeders is ook een thema, daar hebben we allebei…”
A: “… ervaring mee, haha. Ik herinner me dat we in het zonnetje zaten en jij met tranen in je ogen je verhaal deed over je moeder en tegen mij zei: maar jij hebt je moeder tenminste nog. Dat was zo’n moment waarop je me een ander perspectief aanreikte. Ook al is het soms lastig, ik kan tenminste nog problemen met mijn moeder hebben want ze is er nog. Andersom heb ik tegen Hans ook wel dingen kunnen zeggen waar hij wat aan had.”
H: “Niet al mijn vrienden reken ik tot die klankbordgroep. Alex is goed in staat om onafhankelijk zijn mening te formuleren.”
A: “Grappig dat je dat zegt. Dat is dus blijkbaar wederzijds. De mening van Hans heeft in mijn leven een bepaald gewicht. Maar wat ik graag ook wil benadrukken: we kunnen ook enorm met elkaar lachen.”
H: “Met name om onszelf. Zelfspot. We zetten onszelf niet op een voetstuk, en toch ook weer wel natuurlijk.”
A: “Een goed voorbeeld is dat we erachter kwamen…”
H: “Niet de lampjes, niet de lampjes!”
A: “Nee: we sliepen een keer samen op een hotelkamer tijdens een cursusweekend. Na een drukke dag wilden we even ontspannen op onze kamer. Hans zegt op een gegeven moment: ‘Schat, wat lees jij nou?’ Hij hield de Consumentengids omhoog waar hij in zat te bladeren. Die had ik dus ook net uit mijn tas gepakt – de nieuwe editie was net binnen. Daar hebben we toen heel hard om gelachen. Omdat het heel erg dozig is natuurlijk. Laten we wel wezen, wat maakt het nou uit om te weten welke stofzuiger als beste is getest?”
Dit artikel verscheen eerder in hello gorgeous #33.
Tekst Caspar Pisters Fotografie Desiree Engelage