Goud

0

Over het algemeen zijn wij erg netjes, mijn huisgenootje en ik. Met zijn tweeën bewonen we een typische studentenflat in Utrecht. In onze ogen is het een klein paleis, voor de wat kritische kijker nijgt het meer naar een kraakpand. Dat maakt voor ons niet uit, want in ons huis is genoeg ruimte om onze boeken te herbergen, om onze sportspullen en schoenen uit te stallen en om onderdak te bieden aan onze vrienden of familie wanneer daarvan weer eens iemand is gestrand met het ov tijdens een barre winterdag. Kortom, wij zijn meer dan tevreden met ons onderkomen.

In principe houden wij alles altijd keurig op orde. Maar nu is het een bende. De winter heeft zijn intrede gedaan en het is koud, vochtig en donker in ons huis. Deze ochtend is de stroom uitgevallen. Verder hebben we een lekkage vanaf het dak en een kapot slot in de deur naar het balkon. Ons huis heeft wel wat weg van een bouwplaats. Werk in uitvoering, zeg maar. Over elke stoel in de woonkamer hangen kledingstukken, in een laatste poging om de was te laten drogen. In mijn kamer staat een emmer om de regendruppels op te vangen die gestaag vanaf het plafond naar beneden sijpelen. De wind waait door het huis en de regen blijft maar vallen. Chaos compleet en hoogste tijd om op te ruimen.

Maar ik ben ziek. In de gang staan de onuitgepakte boodschappen, omdat mijn koortsachtige lichaam nauwelijks een rondje huis-Jumbo-huis heeft overleefd en er geen energie meer over is om de boodschappen in de kast te zetten. Ik lig met twee truien, twee dekens en twee paar sokken in bed te rillen van de koorts. Af en toe zijn er dagen die zo snel mogelijk weer voorbij moeten zijn.

Ik droom over een zonnige zomervakantie. En over de lente. Ik droom dat ik zwem in zee, en een moment later zwier ik met een parachute boven de Alpen. Ik heb het tropisch warm en ijzig koud. Heel vaag maak ik mee dat ik word opgetild en meegenomen. Even daarna voel ik een warm bed. Een hete kruik. Een extra deken. Iemand die mij thee geeft. En fruit. Ik val weer in slaap en zweef weg in koortsige dromen.

Na vier dagen is de koorts weg. De wereld om mij heen is weer helder. Ik kijk rond en ik glimlach. Mensen die een sleutel van je huis hebben en je komen redden: ze zijn goud waard.

Nu ik ondertussen al maandenlang trouw mijn hiv-medicatie neem, blijkt dat ik over deze medicijnen hetzelfde kan zeggen. Deze kleine pilletjes zijn tegenwoordig net zo onmisbaar in mijn leven als goede vrienden. Door deze medicijnen kan ik namelijk weer met vrienden afspreken, naar feestjes gaan, werken, sporten, en nog zoveel andere dingen meer. Echt, ik weet het zeker. Met deze medicijnen én met mijn vrienden ga ik absoluut een long termer worden.

Deze column verscheen eerder in hello gorgeous #30.

Tekst Sterre Illustratie Jiro Ghianni

Leave A Reply