Oude vrienden

0

Geduldig staan ze te wachten, in het gelid. Al mijn oude vrienden hier in de kast. Sommige spreek ik af en toe, kort maar, om ze wat te vragen. Met anderen voer ik al jaren een diepzinnig gesprek, dat zoveel denkkracht vraagt dat we het zelfs na twintig jaar nog niet hebben afgemaakt. Ieder hebben ze hun eigen karakter en eigenaardigheden, maar trouw zijn ze allemaal, en geduldig.

Lezen vergroot je verwachtingshorizon”, zei mijn leraar Nederlands op de middelbare school altijd. Ik zeg niet dat ik precies begreep wat dat betekende, maar ik geloof dat ik snapte wat hij wilde zeggen. Echt mooi verwoord en helemaal kloppend vond ik het toen al niet. Nu zou ik in zijn positie zeggen: Lezen vergroot je voorstellingsvermogen. Of veertienjarigen dat toen, of nu, wel zouden vatten weet ik niet. Maar het klopt beter.

Wat heb ik te danken aan dat lezen? In elk geval een groot voorstellingsvermogen. Denken buiten de kaders, en allereerst weten welke kaders je denken beperken, leer je niet door van binnenuit naar de wereld te kijken, maar juist door buitenstander te zijn. Ga maar na: het is heel gemakkelijk om vreemde dingen in andere culturen te vinden, maar veel moeilijker om te ontdekken wat vreemd is aan in je eigen wereld. De blik van de buitenstaander is nodig om dat scherp te zien, ontdekte ik toen ik boeken ging lezen. Door de ogen van schrijvers bleek wat normaal leek, totaal niet te kloppen, onbeduidende details fascinerend, het alledaagse prachtig mooi en het mooie gruwelijk.

Toen ik dat had gezien, kon ik het nooit meer niet zien. Het veranderde mijn blik op de wereld voorgoed. Kerkdiensten waren voorheen nietszeggende verplichtingen, maar werden na het lezen van Reve groteske rituelen vol dubbele bodems, seksuele valluiken en geheimen die ik door de onnavolgbaarheid van zowel Reve als het katholicisme nog steeds niet snap trouwens. Een saaie dorpsroddel over een leraar die zou vreemdgaan met de gymjuf, en zijn vrouw op haar beurt weer met een ander, werd na het lezen van Hugo Claus een in sigarettenrook gehuld drama waarin de hoofdpersonen halfdronken ruziënd worstelen met existentiële vragen over hun relaties. Ik zag ze wanhopig tegen elkaar gebaren in doorzonwoningen met donkerbruine zithoek. (Toen later deze sappige roddel bleek te kloppen, alle hoofdrolspelers goede bekenden van me bleken en ik zonder mijn weten als loopjongen was ingezet, werden de grenzen tussen voorstelling en werkelijkheid wel erg vaag. Maar dat terzijde. Wie weet schrijf ik er ooit nog een boek over.)

Als onzekere puber die dingen zien, is spannend, maar brengt je ook hevig in verwarring. Het roept gedachten en gevoelens op die je niet kunt benoemen, zo heftig en absurd dat je je ervoor schaamt. Ik heb vaak gedacht dat ik gek was. Als je zulke dingen als enige ziet, voel je je uniek én eenzaam; een onmogelijke combinatie die een onzekere puber nog meer verwarren. Gelukkig waren er dan mijn vrienden die mij vertelden dat zon beetje de hele wereld bizar en onnavolgbaar is. Ik zag zoveel hoofdpersonen worstelen met doodsdriften en angsten; niemand kan blijkbaar echt begrepen worden. En de rare ideeën die ik had, bleken door veel slimmere mensen al helder te zijn vervat in allerlei -ismen. Schrijvers schaamden zich blijkbaar nergens voor. Toen ik voor mijn mondeling Frans een boek moest lezen en Huis Clos van Sartre koos, was dat uiteraard veel te hoog gegrepen. Dat zie ik nu als een dappere poging om mezelf te bewijzen dat ik niet gek ben.

Deze column verscheen eerder in hello gorgeous #38.

Tekst Bas Timmermans Illustratie Karina Grens

Leave A Reply