Elise Nelis (41) en Brand Coumou (43) werken als psychiater respectievelijk psychotherapeut bij het hiv-team van GGZ InGeest. Beiden zijn ook seksuoloog en zien veel mensen met seksuele problemen. “Seks kan een wezenlijk onderdeel zijn van iemands functioneren.”
Hoeveel mensen met hiv zien jullie momenteel?
Elise: “Om en nabij 250 personen. Uit het hele land, maar met name de randstad. De verhouding man/vrouw is denk ik 90% man en 10% vrouw.”
Als we kijken naar de totale groep mensen met hiv in Nederland is het percentage vrouwen bijna 20%. Hoe komt het dat vrouwen iets minder de weg naar jullie weten te vinden?
Brand: “Ik denk dat dit komt omdat de connectie met seksualiteit bij mannen zo groot is. Bij vrouwen wordt die connectie minder snel gelegd. Misschien is dat de reden dat vrouwen met hiv voor hun psychische klachten in de reguliere zorg blijven.”
Elise: “En misschien worden ze ook minder snel doorverwezen naar ons.”
Zijn er in de coronatijd meer cliënten bijgekomen?
Brand: “Ik zie wel een toename. In de groep homomannen die wij hier zien, zijn er veel mannen die alleen wonen. Die hebben door de coronamaatregelen meer stress ervaren.”
Elise: “Er zijn ook veel mensen die hun baan zijn kwijtgeraakt, met name diegenen die niet uit Nederland komen en een baan in het toerisme of de horeca hadden. Dat kan ook veel stress geven. Wat ik ook merk is dat de coronatijd voor sommige mensen weer doet denken aan de begintijd van aids. Dat triggert eenzaamheid en stress, die mensen toen ook voelden.”
Elise: “Als je bang bent voor afwijzing, en remmende gedachten in je hoofd hebt, dan is het moeilijk ontspannen tijdens de seks”
Komen mensen ook met vragen rond seksualiteit bij jullie?
Elise: “Heel veel. Soms worden mensen naar ons verwezen met specifieke seksuologische hulpvragen. Maar we vragen eigenlijk bij al onze cliënten naar seksuele tevredenheid. Daar besteden wij veel aandacht aan.”
Waarom?
Elise: “Omdat wij het heel belangrijk vinden om daarnaar te vragen. Seks kan een wezenlijk onderdeel zijn iemands functioneren. Ook kan het zijn dat wanneer de seks niet goed gaat, er iets anders aan de hand kan zijn. Somberheid, angst, relatieproblemen. Psychische klachten hebben een impact op iemands seksueel functioneren.”
Brand: “…. En de link met hiv natuurlijk. Het is raar als je het wel hebt over hiv en niet over seksualiteit.”
Wat zien jullie aan seksuele problemen?
Elise: “Bij vrouwen zie ik vooral veel verminderd verlangen en pijn bij het vrijen. En in relatie tot hiv meer moeite met het aangaan van relaties. Als je bang bent voor afwijzing, en remmende gedachten in je hoofd hebt, dan is het moeilijk ontspannen tijdens de seks.”
Brand: “Mannen komen met opwindingsproblemen en erectieproblemen. Maar ook intiem willen zijn, en daarmee moeite hebben. Dat speelt met name bij homomannen. Drugs spelen daar ook een grote rol in.”
Brand: “Er zit zoveel schuld en schaamte rond de homoseksuele identiteit”
Zijn intimiteitsproblemen typisch iets voor homomannen?
Brand: “In de psychotherapeutische trajecten die ik bied is dit echt een thema. Er zit zoveel schuld en schaamte rond de homoseksuele identiteit. The Velvet Rage (boek van Alan Downs, red.) beschrijft heel goed hoe die factoren invloed hebben op het zelfbeeld bij homo’s. Hiv is met het stigma daaromheen nog een extra factor voor schaamte. Voor mannen die recentelijk hiv hebben gekregen is het daardoor nog moeilijker. ‘Hoe past dit in het beeld dat ik van mijzelf heb, wanneer vertel ik het aan een sekspartner?’ Dat soort dingen werpen weer allerlei extra drempels op.”
Wat is de relatie met drugs dan?
Brand: “Drugs zijn momenteel veel voorhanden, ook in de gay scene. Het is een snelle manier om bijvoorbeeld over je remmingen heen te komen. Je kunt je makkelijk overgeven aan opwinding en lust. En daardoor is het extra verleidelijk om je erin te verliezen. Het is een glijdende schaal, met sommige drugs die afhankelijkheid kunnen opbouwen. Met name 3mc en crystal meth zijn wel erg grove drugs.”
Zien jullie daarin een stijging?
Elise: “Vergeleken met bijvoorbeeld twee jaar geleden zie ik wel een toename van problematiek rond chemseks. Soms gaat het om mild chemseks-gebruik, maar er is zeker ook meer fors chemseks-gebruik. En in die glijdende schaal ontstaan de problemen. Crystal meth geeft een enorme boost aan dopamine, waardoor iemand psychische klachten kan ontwikkelen die veel impact hebben op je seksuele responscyclus. Je slaat de fase van verlangen over en schiet meteen in de opwindingsfase. Het is dan erg lastig om een orgasme te krijgen. Ik vraag mannen die aan chemseks doen altijd: wat biedt het je? Het kan namelijk ook voordelen hebben voor iemand en de seks een extra dimensie geven. Het wordt een probleem als iemand er helemaal geen grip meer op heeft.”
Brand: “Ik zie nu een aantal jonge mensen die vrij recent hun diagnose heeft gehad. Eerst schrik je daarvan, maar je moet het uiteindelijk zien te integreren in wie je bent, in je relaties en in je seksualiteit. Als je vóór je hiv al problemen had met het vormgeven van je seksualiteit, dan heb je er dus een extra uitdaging bij. En chems maken een omweg: je slaat alles over van de spanning die er is als je iemand nieuw ontmoet, de onzekerheid, het vertrouwd raken met iemand. Doordat je een aantal stappen overslaat en meteen naar de opwinding gaat, sla je ook allerlei ervaringen over die nodig zijn om hiv te integreren in je leven.”
Elise: “We zien ook mensen die het wel lukt om het te integreren en daardoor weer beter seksueel functioneren. Weer seksueel tevreden zijn.”
Elise: “Bij ouderen spelen problemen rond de levensfase een grotere rol”
Is er nog verschil in de seksuele problemen bij ouderen versus jongeren?
Elise: “Bij ouderen spelen problemen rond de levensfase een grotere rol. Ouder worden met hiv, veel vrienden verliezen en de eenzaamheid die daaruit ontstaat. Eenzaamheid kan ook bij jongeren spelen. Dat komt vaak door de impact die stigma en zelfstigma nog hebben.”
Brand: “Bij jongeren zit de eenzaamheid meer in het niet kunnen vertellen dat ze hiv hebben. Je gaat er niet meer dood aan, maar horen dat je hiv hebt, heeft toch wel impact. En die wordt eerst onderschat. Dat zie je vooral in veel online contacten van jongeren. Ze vertellen liever dat ze op PrEP zitten dan dat ze hiv hebben. Het is een moeilijk onderwerp waardoor jongeren zich heel eenzaam kunnen voelen. Voor beide groepen geldt overigens dat door de coronamaatregelen de eenzaamheid enorm is geïntensiveerd. Dat is echt pijnlijk boven water gekomen.”
Elise: “Er waren mensen die in die eerste lockdown angstig waren voor contact, die dat uit de weg gingen en steeds meer geïsoleerd raakten. Dat was schrijnend om te zien. Er zijn ook mensen die het juist meer op zijn gaan zoeken. Chemseks-bijeenkomsten zijn ook in corona gewoon doorgegaan.
Brand: “Geloof is ook een belangrijke factor. Daar moet je tijd voor uittrekken tijdens de gesprekken”
Zien jullie ook mensen met een migratieachtergrond?
Elise: “Zeker, best veel. Bijvoorbeeld uit Latijns-Amerika. Wat me daar opvalt, is dat er veel traumaklachten spelen in het land van herkomst. Seksueel trauma, mishandeling, gevaar, uitstoting. Dat is ook vaak de reden dat ze het land hebben verlaten.”
Brand: “Geloof is ook een belangrijke factor. Daar moet je tijd voor uittrekken tijdens de gesprekken. Mensen hoeven zelf nog niet eens gelovig te zijn, maar het oordeel van het geloof van hun ouders sijpelt nog steeds door. ‘Dit is fout en slecht, ik ben zondig’.”
Elise: “Ze zijn dan een strenge rechter voor zichzelf, wat ook weer seksueel remmend kan werken.”
Levert n=n minder seksuele stress op bij mensen met hiv?
Elise: “De meeste mensen weten wat n=n betekent en dat helpt inderdaad in het meer kunnen genieten van seks. Maar je hebt er toch nog veel die het niet geloven. ‘Mijn arts zegt dit nu wel, maar ik vind het toch nog eng’. Ze zijn ontzettend bang om hiv over te dragen.”
Wat zit daarachter?
Brand: “Het is de boodschap die we allemaal mee hebben gekregen vanuit de geschiedenis. De hiv-epidemie heeft zoveel indruk gemaakt. Het was een marker in ons collectief geheugen: dit is gevaarlijk. En daar helpen geen goedbedoelde flyer of de internist-die-het-zegt bij. Voor de jongere generatie wordt dit makkelijker, hoop ik. Die hebben het trauma van die begintijd niet meegemaakt.”
Elise: “Het zou wel meer verkondigd mogen worden. Vooral in ziekenhuizen, want als hiv niet je specialiteit is, weet je er bar weinig van als arts of verpleegkundige. In de opleiding zou het meer mogen worden verteld. Het bewijs voor n=n is toch een mooie mijlpaal.”
Dit artikel verscheen eerder in hello gorgeous #36.
Tekst Leo Schenk Fotografie Chris en Marjan