Lelijk

0
Op het Amsterdamse Amstelstation loop ik voorbij een maquette in de grote hal. Die staat er om te laten zien hoe het stationsgebied de komende jaren wordt opgeknapt. De verbeteringen zijn duidelijk aangegeven: de bestaande bebouwing in de maquette is saai grijs geschilderd; de nieuwe en dus betere, mooiere gebouwen zijn van smaakvol, naturel hout gemaakt, met luxueuze lichtjes erin. Het gebied gaat een stijlvolle, mooie toekomst tegemoet, dat is duidelijk.

Tot mijn schrik zie ik dat ook de Leeuwenburg wordt vervangen door een moderner, eleganter, efficiënter gebouw. Met meer winstgevend bruto verhuurbaar vloeroppervlak natuurlijk. Voor degenen die de Leeuwenburg niet kennen: het is die kantoorkolos uit de jaren zeventig die achter het Amstelstation staat. Destijds gebouwd voor de Rijkspostspaarbank, later de Postbank, in een stijl waaraan maatschappelijke idealen en optimisme ten grondslag lagen, modern en hoopvol. Maar velen zullen die overdaad aan beton niet op die manier beoordelen, of vonden het destijds al geen aanwinst, denk ik.

Toen ik het gebouw zelf voor het eerst zag, dat zal ergens in de jaren tachtig zijn geweest, vond ik het een gedateerde, grimmige kantoorbunker. Want toen moest alles van glas en staal zijn, glanzend glad met scherpe lijnen. Dit gebouw is massief en van rauw grintbeton. Maar ik heb het gebouw leren kennen – ook van binnen – en ben het gaan waarderen. Ik wil niet dat de Leeuwenburg verdwijnt! Maar waarom eigenlijk: vind ik het een uitgesproken mooi gebouw? Dat weet ik niet zo goed. Maar de idealen, het idee erachter en de activiteiten daarbinnen hebben de omgeving gevormd en identiteit gegeven. Dus die betonkolos hoort daar en ja, heeft daardoor ook schoonheid. Want moet schoonheid comfortabel, prettig en mooi zijn? Natuurlijk niet. Ongemak, imperfectie en zelfs lelijkheid’ kunnen van een enorme schoonheid kunnen zijn. En omgekeerd kan mooi’ heel lelijk zijn. Kijk naar die strakgetrokken, gladgeschuurde, afgetrainde celebrities. Of perfect afgestylde, gloednieuwe interieurs in glossy bladen. Geen foutje te bekennen. Maar ook geen verhaal, geen persoonlijkheid, geen ziel. Alleen steriele perfectie, zo verstikkend dat er voor schoonheid geen plaats meer is.

Illustratie Karina Grens

Die lelijke kolos vervangen door iets eigentijds, zodat we die idiote bentonarchitectuur van de jaren zestig en zeventig kunnen vergeten? Gewoon uitgummen en ontkennen dat ze de stad hebben gemaakt tot wat die nu is? Alles wat niet voldoet aan het huidige (en tijdelijke) schoonheidsideaal maar weghalen? Daarmee ontneem je jezelf de kans om hun schoonheid te ontdekken, zoals ik nu doe. Niet alles hoeft te blijven. Maar ook minder geslaagde gebouwen verdienen een plek en de tijd om hun verborgen schoonheid te laten doordringen. Ik durf zelfs te zeggen: ook sommige dingen die achteraf gezien beter niet gemaakt hadden kunnen worden, verdienen het om te blijven. Omdat ze bepalend zijn geweest en ze in al hun imperfectie hun verhaal moeten blijven vertellen.

Soms is kunst inderdaad wat het volgens sommigen moet zijn: als het leven zelf. Bepaalde gebeurtenissen hadden je beter bespaard kunnen blijven, daar had je liever iets anders ‘gebouwd’. Maar ja, het is er en het is bepalend geweest. Net als sommige gebouwen zijn sommige gebeurtenissen onmiskenbaar en dus mag je ze, nee, kún je ze niet ontkennen, want ze hebben jou gemaakt tot wie je nu bent. In hun lelijkheid, in de aanstoot die ze hebben gegeven, in de beweging die ze hebben veroorzaakt, in alles waar ze toe hebben geleid, schuilt hun schoonheid.

Deze column verscheen eerder in hello gorgeous #34.

Tekst Bas Timmermans Illustratie Karina Grens

Leave A Reply