Rubén (36) en Alejandro (35) zijn een Venezolaans echtpaar, dat sinds 2016 in Nederland woont. Als homostel met hiv kregen ze in Venezuela te maken met afwijzing en vernedering en werd hen verteld dat ze geen hiv-medicatie konden krijgen. Hun internist raadde hen aan om het land te ontvluchten. Toen ze in hun hiv-kliniek in Maastricht een exemplaar van hello gorgeous oppikten, waren ze geïnspireerd om hun verhaal te vertellen.
Rubén en Alejandro wisselde in 2015 via Twitter berichten uit, ontmoetten elkaar daarna in levenden lijve en werden verliefd. Ze woonden allebei in Maracay, Venezuela. Alejandro is geoloog; Rubén is industrieel ingenieur en werkte 14 jaar voor een Deens bedrijf, waar hij op zijn 19e begon als leerling.
Verborgen
Rubén: “Onze relatie was verborgen. We behandelden elkaar publiekelijk als vrienden, nooit als geliefden. Sommige familieleden weten dat we homo zijn, andere niet.” Alejandro: “Ze weten het wel, maar praten er niet over. We probeerden altijd respectvol te zijn naar de familie, we kusten elkaar nooit in het openbaar. Rubén en ik woonden samen en dat bracht ook problemen met zich mee. Maar we vertelden anderen altijd dat we vrienden waren. De liefde voor elkaar kon alleen tot uitdrukking komen in onze privé-omgeving, bij ons thuis.”
In december 2015 werd Alejandro ziek. In januari 2016 deden ze allebei een hiv-test, die positief was. Ze dachten toen dat hiv een dodelijke ziekte was, vanwege de beelden uit de jaren tachtig en de film Philadelphia, die vandaag de dag nog steeds in Venezuela te zien is. “Door die film geloven de meeste mensen nog dat homoseksuele mannen die hiv krijgen, zullen sterven als een sidoso (scheldwoord voor iemand met hiv, red.), mager en met overal vlekken. En dit is wat ook je familie gelooft. Het is verschrikkelijk, traumatiserend zelfs”, zegt Rubén.
Sociale uitsluiting
Rubén vertelt dat toen hij positief was getest op hiv, de verpleegkundige hem toesprak, zijn handen vasthoudend: “Oh mijn zoon, ik zal voor je bidden zodat je naar de hemel gaat. Je moet op zoek gaan naar God”. Hij voelde zich ellendig en besloot de test in een andere kliniek te herhalen. Nadat de uitslag ook daar positief was, vertelde de dokter hem vertelde dat hij bij toekomstige bezoeken apart van anderen door de arts gezien zou moeten worden. Om besmetting van de reageerbuisjes en het personeel te voorkomen. Rubén dacht dat dit hun dood betekende, niet als gevolg van aids, maar als gevolg van sociale uitsluiting.
Voor Alejandro was het een moeilijke tijd. Hij kreeg toegang tot veel up-to-date medische informatie, maar hij voelde dat zijn hersenen te veel ‘misvormd’ waren door de misvattingen over hiv waar hij jaren in had geloofd. Ook nu nog heeft hij hier last van.
Vooral als Rubén en Alejandro in een openbaar gezondheidscentrum in de rij moesten staan om hun medicijnen op te halen, waren dat confronterende momenten. Ze voelden zich gediscrimineerd. Iedereen die voorbijkwam, wist waar de mensen in die rij op stonden te wachten. Ze geloven dat deze publieke schande opzettelijk was. Velen bedekten hun gezicht terwijl ze daar stonden te wachten.
Eenzaam
Alejandro was erg ziek toen hij werd getest. Hij noemt zijn lage gewicht, zijn vlekken en de schimmels op zijn vingernagels. “Hij leek op Tom Hanks in Philadelphia”, zegt Rubén. Zijn CD4-waarde was 150. Er werd verteld dat hij aids had en dat hij met medicatie moest beginnen. Rubéns immuunsysteem werkte op een laag pitje −zijn CD4-waarde was 320,maar hij kreeg te horen dat hij moest wachten tot de CD4 naar 200 zou dalen om met de hiv-remmers te beginnen. Ze vertelden vrienden en familie dat het een vervelende griep was, en voelden zich erg eenzaam.
Toen ze eindelijk goed reageerden op de behandeling, deelde de internist hen mee: “Jongens, er is hiv-medicatie voor 2016, maar de regering heeft niets gekocht voor 2017, en het is zelfs niet opgenomen in het jaarlijkse budget. Ik raad jullie aan het land te verlaten om je leven te redden.” Dit werd het advies voor iedereen met hiv: “Verlaat het land, vraag om humanitaire hulp, vraag asiel aan. Vertrek voor de rest van je leven, anders sterf je in Venezuela.”
Er was geen tijd om af te wachten. Ze kochten hun vliegtickets en vertrokken. Ze vermeden Latijns-Amerikaanse landen, omdat ze bang waren voor vreemdelingenhaat −de Venezolanen zijn de laatste jaren massaal naar de buurlanden geëmigreerd. Ze kozen voor Nederland, omdat ze op internet hadden gelezen dat ons land een pionier was in homorechten. Alejandro erkent: “Het was precies de omgeving die we nodig hadden. Eindelijk waren we weg van alle politieke onrust, de homofobie en het gebrek aan hiv-medicatie. We hadden een land nodig dat ons veiligheid en bescherming kon bieden.”
Vertrouwen
Rubén: “Toen we in Nederland aankwamen, hebben we ons gemeld in Ter Appel (aanmeldcentrum voor asielzoekers, red.) en begon de asielprocedure. We vertelden de IND meteen dat we hiv hadden. We hadden bijna geen medicijnen meer. We hadden nog maar één potje over.”
De 2,5 jaar in Nederland zijn niet gemakkelijk geweest. Door de lange asielprocedure, de negatieve beslissingen van de IND en de rechtszittingen, kreeg Alejandro een ernstige depressie. Hij voelde zich verdrietig, verloor zijn hoop en raakte in een crisis. Gelukkig kon hij psychische hulp in het Spaans krijgen en voelt hij zich nu beter.
Het is duidelijk dat Rubén beter dan Alejandro in staat was om met hiv en het langdurige juridisch proces om te gaan. Rubén licht toe: “Het is niet gemakkelijk geweest, en ik beschouw mezelf als een overlevende. Al die discriminatie om homoseksualiteit en hiv, de politieke onrust. Twee van mijn broers in Venezuela zijn doodgeschoten omdat ze tegen de regering waren. Dat was verwoestend. Ik moest Alejandro vragen om naar het mortuarium te gaan om hun lichamen te identificeren, want dat was te veel voor mij. Maar ik moet nu verder, er is geen andere manier.” Rubén laat trots een kaart van de universiteit zien waaraan hij cursussen volgt; hij wil een masteropleiding Industriële Ingenieurswetenschappen doen als hij een verblijfsvergunning krijgt.
Rubén en Alejandro hebben nu een verblijfsvergunning voor een jaar op humanitaire gronden. Hun asielaanvraag werd door de IND afgewezen. Ze zijn in beroep gegaan en in mei 2019 zijn alle partijen door de rechter gehoord. De mannen hebben vertrouwen in een positieve juridische uitkomst en wachten de uitspraak van de rechter in juli gelaten af.
Dit artikel verscheen eerder in hello gorgeous #27.
Tekst Inês Brito Fotografie Esmeralda Holman
Naschrift 16 juli 2019: Rúben en Alejandro hebben het beroep verloren. De rechter erkent dat er problemen zijn in het land van herkomst, maar vindt het niet genoeg om de mannen hier te laten. Ze kunnen nu in hoger beroep gaan op 15 juli. Hopelijk levert dit wel positief nieuws op.