“Het wordt geen Nederlands feestje”

0

De 22e Internationale Aids Conferentie zal in 2018 in Amsterdam worden gehouden. Vele duizenden deelnemers worden verwacht om informatie, ervaringen en verhalen te delen. Organisator is onder andere de International Aids Society (IAS). Peter Reiss (62), hoogleraar Interne Geneeskunde bij het AMC-UvA en directeur van Stichting Hiv Monitoring, stuurt de conferentie vanuit ons land aan. hello gorgeous sprak met hem.

Peter, is zo’n conferentie eigenlijk nog wel nodig?

“Het is zeker nodig omdat een conferentie van dit formaat voor veel aandacht voor het onderwerp zorgt. En dat blijft nodig. We weten op zich wat we tegen hiv moeten doen – vroeg opsporen, meteen starten met medicatie et cetera – maar wereldwijd zijn er een heleboel mensen die niet weten dat ze hiv hebben. Omdat ze zich niet durven te laten testen of omdat er geen mogelijkheden zijn om te testen. Er worden wereldwijd ongeveer zeventien miljoen mensen met hiv behandeld, maar ongeveer twintig miljoen nog niet. In Nederland ligt de zaak gunstiger, maar ook in ons land zijn er naar schatting een paar duizend mensen die leven met hiv zonder dat ze dat weten. Er is dus nog heel veel te doen. Daarom blijft aandacht voor het onderwerp nodig.”

Elke conferentie heeft een eigen thema. Is het thema voor 2018 al bekend?

“Nee, er is nog geen thema gekozen. Daar gaan we binnenkort over praten in het zogeheten Conference Coordinating Committee (CCC).”

Zijn er al onderwerpen waarvan je weet dat die aan de orde zullen komen?

“Het programma is nog helemaal niet bekend. Wel hoor ik geregeld de roep om meer aandacht voor stigma, wat ik overigens heel goed begrijp. Het is een illusie om te denken dat hiv genormaliseerd is en er geen stigma meer bestaat. Ook de jeugd, de nieuwe generatie, is een onderwerp waar we zeker aandacht aan proberen te besteden. Bijvoorbeeld door jonge veelbelovende wetenschappers een podium te geven, maar ook door jonge mensen uit de community een stem te geven. Daarmee hebben we al een eerste begin gemaakt in het promotiefilmpje van AIDS 2018 waarin de eenentwintigjarige Brenda aan het woord komt.”

In hoeverre kan Nederland een stempel drukken op de conferentie?

“We hebben, toen we de conferentie toegewezen kregen, aangegeven dat we aandacht willen schenken aan de situatie in Oost-Europa, waar het aantal nieuwe infecties dramatisch toeneemt. Zaken als preventie en testen liggen daar politiek gezien veel lastiger dan in bijvoorbeeld ons land. We willen proberen mensen uit die regio naar de conferentie te halen om zodoende de situatie in Oost-Europa hopelijk te kunnen verbeteren. Daar wordt vanuit Nederland in verschillende lokale projecten, onder andere met steun van de overheid en het Ministerie van Buitenlandse Zaken, al ruim een jaar op kleine schaal voortvarend aan gewerkt. Het zijn kleine stapjes, maar de resultaten ervan kunnen we straks in Amsterdam laten zien.

Ook heeft het erin geresulteerd dat er in het CCC, uiteindelijk het sturende orgaan, een aantal mensen uit die regio een zetel hebben. Zo hebben zij een stem in het geheel en kunnen ze ervoor zorgen dat er op verschillende niveaus en binnen het uitgebreide programma van de conferentie aandacht voor Oost-Europa komt en mensen uit hun eigen regio een prominente rol krijgen in de conferentie.”

En het Nederlandse stempel dan?

Foto Henri Blommers

“In het CCC zit ook een aantal Nederlanders. Ik zeg alleen altijd wel dat de conferentie geen Nederlands feestje is, maar dat we het wel een Nederlands tintje kunnen geven. Behandelcentra kunnen bijvoorbeeld laten zien hoe we de hiv-zorg in Nederland hebben ingericht, de GGD-en kunnen uitleggen hoe de openbare gezondheidszorg in Nederland werkt en we kunnen laten zien hoe in Amsterdam sekswerkers worden opgevangen en begeleid en welke belangrijke positieve rol de politie daarbij heeft.

Bovendien heeft Nederland op wetenschappelijk gebied altijd veel aan hiv gedaan. Onze topmensen kunnen we tijdens de conferentie inzetten en de jonge, aankomende generatie artsen met belangstelling voor hiv en infectieziekten zouden we bijvoorbeeld kunnen vragen zich aan te melden als mentoren om in te zenden aanvragen voor presentaties op de conferentie te helpen verbeteren. Kortom, kansen genoeg voor een Nederlands accent.”

Wat merkt de Nederlandse bevolking ervan?

“Er zal natuurlijk veel aandacht in de Nederlandse media zijn voor de conferentie. Daarnaast biedt de conferentie kansen om het onderwerp hiv/aids op andere manieren voor het Nederlandse voetlicht te brengen. Dan denk ik onder meer aan kunstzinnige en culturele activiteiten. Daar wordt nu actief over nagedacht en diverse mogelijkheden worden uitgewerkt.”

Is er een rol weggelegd voor mensen die leven met hiv?

“Uiteraard! Bij elke Internationale Aids Conferentie wordt geprobeerd de community erbij te betrekken. Dat gebeurt onder meer doordat de community is vertegenwoordigd in het CCC waar Alexander Pastoors namens de Hiv Vereniging zitting in heeft. Hij kan mede zorgen voor een focus op de community en voor het betrekken van mensen met hiv in het programma en in de organisatie.

Dat kan op allerlei niveaus. Zo hebben we, zeker met het oog op Oost-Europa, bijvoorbeeld behoefte aan tolken/vertalers. Dat zouden voor een deel ook mensen met hiv kunnen zijn, uit die landen zelf of uit Nederland. En zo kun je op veel meer plekken in de organisatie denken aan de vrijwillige inzet van mensen met maar ook zonder hiv.”

Wat is jouw rol en wat is daarin de grootste uitdaging?

“Het gaat er voortdurend om mensen en organisaties met elkaar te verbinden. Maar dat gaat niet vanzelf. Ik krijg van alle kanten informatie en ga dan de verbinding leggen tussen partijen die samen verder zouden kunnen. Dat is een beetje mijn rol in het geheel.

De grootste uitdaging is dat we samenwerken, dus dat individuen en organisaties over hun eigen schaduw heenstappen, samenwerking met elkaar zoeken en samen aan de slag gaan voor de conferentie.”

Wat zou je graag als resultaat zien?

“Amsterdam is een aantrekkelijke locatie die goed bereikbaar is. Ik hoop daarom op een groot aantal deelnemers – twintig duizend moeten we wel kunnen halen denk ik – en ik hoop dat zij na afloop naar huis gaan met positieve herinneringen aan de conferentie. Ook hoop ik dat we op de een of andere manier hebben kunnen bijdragen aan het verder verminderen van het stigma rond hiv, zowel in Amsterdam en Nederland als buiten de landsgrenzen.

Hopelijk zal het resultaat van de conferentie zijn dat we in twee jaar tijd, na Durban van afgelopen jaar dus, weer een paar stappen verder zijn gekomen. En het zou mooi zijn als de conferentie kan laten zien wat alle inspanningen rondom hiv hebben opgeleverd voor de gezondheidszorg in het algemeen, onder andere in armere landen. Dan denk ik bijvoorbeeld aan het inrichten van zorgsystemen die ook kunnen worden benut voor andere gezondheidsaspecten.”

Dit artikel verscheen eerder in hello gorgeous #17.

Tekst Wim Don Fotografie Henri Blommers

Leave A Reply