Lang niet iedereen is open over hiv. Angst voor mogelijk negatieve reacties speelt daarbij vaak een rol. Marjolein Annegarn fotografeert en interviewt voor The Stigma Project mensen die nog in de kast zitten, zoals Peter* (28).
“Op mijn negentiende ging ik naar de dokter om een hiv- en soa-test te laten doen. Hij vertelde me dat alles goed was. Twee weken later ging ik terug vanwege een verstuikte enkel. Omdat ik hierdoor slecht liep, was mijn moeder mee. Die wachtte in de wachtkamer op me. Toen vroeg de dokter of ik iemand had meegenomen, want hij wilde me iets vertellen waarbij het goed was als ik steun had. Mijn moeder werd gehaald en de dokter vertelde mij dat ik hiv heb. We hebben het daarna aan mijn vader en broertje verteld.”
Controle
“Ik heb er lang mijn mond over gehouden tegen anderen, ik ging er een beetje sneakymee om. Na een jaar of twee werd ik er opener over. Maar ik ben nog steeds wel selectief in wie ik het vertel. Meestal probeer ik in te schatten hoe open mindediemand is. Als iemand zelf vertelt dat hij hiv heeft, vertel ik het ook, dan is het makkelijker. En als het door omstandigheden praktischer is als anderen het weten, bijvoorbeeld als ik met vrienden op vakantie ga. Ik moet toch elke dag mijn pillen nemen. Maar ik wil graag zelf de controle houden over wie het weten en wie niet. Als ik vermoed dat iemand het verder gaat vertellen, zeg ik het niet.”
Opener over seks
“Toen ik hoorde dat ik het had, heb ik mezelf een hoop verwijten gemaakt. Ik was over mijn eigen grenzen gegaan, daar zat veel negatieve lading bij. Ik denk dat als ik bijvoorbeeld kanker zou hebben, ik dat wel eerder zou vertellen. Kanker is niet over te dragen door seks. En de stigma’s die aan hiv kleven, hebben toch met die associatie met seks te maken. Het is wel jammer dat vanwege de taboes die er rondom seks hangen, ook het hebben van hiv in de taboesfeer blijft. Misschien zouden de vooroordelen minder worden als we eerst wat opener over seks zouden zijn.”
Politieverhoor
“Wat zeker meespeelt in mijn terughoudendheid, is een erg nare ervaring met een ex-vriendje. We hadden een keer onveilige seks gehad en daarna vroeg hij of ik een soa had. Ik vertelde het hem eerlijk. Maar hij was zo bang hiv te hebben opgelopen dat hij in psychische problemen kwam. Hij heeft aangifte tegen mij gedaan en ik moest voor verhoor naar de politie. Uiteindelijk heeft de politie daar een berisping voor gekregen, maar toen was het kwaad bij mij al geschied natuurlijk. Die hele ervaring was traumatiserend voor mij, ik vind het nog steeds lastig om daarover te vertellen. Het maakte zo veel indruk.”
Amper zichtbaar
“Een andere reden dat ik het soms verzwijg, is dat ik het idee heb dat de mensen hier een stuk bekrompener zijn. Als ik in Amsterdam of Berlijn ben, kan ik veel opener zijn. Daarom vind ik het jammer dat campagnes zoals Hiv uit de kastbuiten de Randstad amper zichtbaar zijn. In het noorden zijn er bijvoorbeeld ook geen sneltesten te krijgen. En juist daar is informatie over niet meetbaar=niet overdraagbaar hard nodig. Artsen en ziekenhuizen hier zijn nog steeds vaag over de kans het virus over te dragen. Landelijk moet de overheid dat standpunt beter verspreiden. Maar vooral buiten de Randstad is er veel onwetendheid.
Ik ben wel bang dat door dit interview meer mensen het te weten komen, ik vind dat echt wel spannend. Ik wil toch graag controle houden, omdat ik bang ben dat het tegen me wordt gebruikt.”
(* Deze naam is gefingeerd.)
Dit artikel verscheen eerder in hello gorgeous #21.
Interview en fotografie Marjolein Annegarn Tekst Liza van den Dijssel en Bas Timmermans