“Maak het niet te groot”

0

Tim Kramer werkt als peer counselor in het UMC Amsterdam. Hij leeft met hiv, met een beperking en met een onuitputtelijke dosis optimisme. Dat laatste brengt hij ook over op zijn peers: een methode die werkt.

Tim werd 28 jaar geleden geboren met hiv in Semarang, op Java, het grootste eiland van Indonesië. “Mijn moeder had het waarschijnlijk. Ze is overleden toen ik 1 jaar oud was. Op dezelfde leeftijd werd ik ernstig ziek. Ik ben toen samen met mijn vader naar Nederland gevlogen om te kijken wat er aan de hand was. Na een test bleek dat ik hiv had. Ik moest meteen aan de medicatie. Pas op mijn twaalfde, toen ik in Nederland kwam wonen, hebben artsen verteld dat die pillen die ik slikte, te maken hadden met hiv.”

Beeld Marjolein Annegarn

“Ik haat het om negatief te zijn”

Voor Tim geen reden om bij de pakken neer te zitten. “Ik vond het eigenlijk wel cool en ik heb er ook nooit moeilijk over gedaan.” Behalve met hiv, leeft hij ook met een beperking: hij heeft spasme vanaf zijn lies en maakt gebruik van krukken. Ook dit is geen aanleiding om bij de pakken op een stoel te blijven zitten: “Ik fiets, ik kan autorijden, ik sport, ik werk, noem maar op. Ik haat het om negatief te zijn.”

Dit optimisme straalt hij ook uit in zijn werk als peer counselor. “Dit werk beschouw ik als een soort buddyzorg voor mensen die net op hun hiv-afspraak zijn geweest. Zie het als een nagesprek waarin je vragen naar voren brengt die je niet aan je arts wilt stellen. Ik werk voornamelijk met jongeren in de leeftijd van 18 tot 30 jaar. Die kunnen dus hun vragen kwijt bij een leeftijdsgenoot en ervaringsdeskundige.”

Slikproblemen

Tim vertelt dat ongeveer twee derde van de mensen die in het AMC onder behandeling is, gebruikmaakt van de diensten van een van de drie peer counselors. Zij zien hun counselor één keer per kwartaal. Eigenlijk zijn er te weinig counselors, dus Tim hoopt dat zijn verhaal wellicht belangstelling wekt om als counselor te gaan werken. De counselors krijgen veel positieve feedback.

Tim en zijn twee collega’s werden benaderd door hun artsen met de vraag of ze peer counselor wilden worden, nu een jaar geleden. “Daar heb ik meteen positief op gereageerd. Zoiets als een buddy heb ik namelijk zelf nooit gehad. Ik deed wel stoer over het feit dat ik hiv had, maar ik zat toch met vragen die ik aan niemand kwijt kon. Denk aan een nieuwe relatie: wanneer vertel je hem of haar dat je hiv hebt?”

Beeld Marjolein Annegarn

Dat is precies het soort vraag dat Tim nu krijgt als counselor. Zijn antwoord: “Ik heb het aan mijn toenmalige vriendin verteld terwijl we op de bank naar een aflevering van Friends zaten te kijken. Ik wilde het ook weer niet al te spannend maken. Dat raad ik mijn peers ook aan: maak het niet te groot en doe het vooral op jouw eigen manier, waar je je lekker bij voelt.”

Wat veel voorkomt, zijn problemen met pillen slikken. Sommigen vinden het lastig hun pillen op tijd te slikken, maar ook het slikken zelf is niet altijd even makkelijk. “Het gaat voor sommige counselors misschien wat ver, maar ik heb er geen moeite mee om te appen of te facetimen om de peers eraan te herinneren dat de pil moet worden ingenomen, of om slikadviezen te geven. Ik zeg dan zoiets als: ‘Zie je wel! Je kunt het!’ Ik denk wel dat mijn eigen optimisme daarbij goed werkt, trouwens. Maar bij elkaar thuiskomen: dat zou voor mij de grens zijn.” Na een werkdag als peer counselor verlaat Tim het gebouw met een voldaan gevoel. “Ik word er vrolijk van. En ik merk dat de peers er ook happy van worden. Zo van: hey, we zijn niet alleen.”

Dit artikel verscheen eerder in hello gorgeous #50.

Tekst Norbert Splint Beeld Marjolein Annegarn

Leave A Reply