Slotpleidooi

0

Soms heb ik met onbekenden spontane en boeiende gesprekken over hiv. En af en toe heel bijzondere. Een tijdje terug was ik op een feest waar ik in gesprek raakte met een aardige man. Regelmatig denk ik nog aan het wonderlijk verloop van onze conversatie.

Eind 30 schat ik hem. Hij ziet er aangenaam uit, is hip gekleed en goed gebekt. Hij vertelt dat hij advocaat is, zijn praktijk zit in de Amsterdamse grachtengordel. Hij klinkt geëngageerd en we hebben een geanimeerd gesprek over uitgaan, mannen, cultuur, mode, politiek, relaties en werk. Ja, ik ben allround en kan overal over meepraten. Behalve over auto’s en sport, geef ik meteen toe.

Het gesprek neemt opeens een rare wending als ik vertel dat ik bij Soa Aids Nederland werk. Hij kijkt me ernstig aan en zegt: ‘Je moet wel heel sterk in je schoenen staan en goed gezond zijn, anders kun je dat werk niet doen.’ Ik denk eerst dat ik hem niet goed versta – het is immers lawaaierig in de ruimte – en vraag wat hij bedoelt. ‘Nou, jij bent vast heel gezond en hebt geen hiv, anders kun je je werk niet doen. Ik zou ook geen cliënt kunnen verdedigen, wanneer ik zelf een rechtszaak aan mijn broek zou hebben.’

‘Ik leef al best lang met hiv en dat gaat prima samen met mijn werk’, reageer ik enigszins verbouwereerd. Vervolgens moet ik alle zeilen bijzetten om hem een soort “snelcursus leven met hiv” te geven. Van hiv heeft hij absoluut geen kaas gegeten. Ik voel mij een ware advocaat, bezig met het slotpleidooi.

Toen hij vroeg hoe het zit met de virale lading van mensen die geen hiv hebben, wist ik het zeker. Mocht ik ooit een advocaat nodig hebben, dan kies ik beslist niet voor hem.

Tekst Bertus Tempert Illustratie Karina Grens

Deze column verscheen eerder in hello gorgeous #13.

Leave A Reply