‘Hitting rock-bottom’: Marta weet maar al te goed hoe dat voelt. Na jaren van eenzaamheid en verdriet zijn er nu gelukkig steeds meer lichtpuntjes.
Marta werkt als credit controller bij een internationaal bedrijf voor sportkleding en -artikelen. Ze is 45 jaar, heeft een fijne relatie en twee kinderen van 16 en 17. Ze zit best lekker in haar vel en haar hiv is goed onder controle. Wel heeft ze behoorlijk last van neuropathie en een aantal andere lichamelijke klachten zoals vermoeidheid. Toch durfde Marta er een paar jaar geleden niet van te dromen dat haar leven ooit weer zo zou zijn. Het dal waar ze in zat, was diep en eenzaam.
Jeugdige rusteloosheid
Dat Marta in Amsterdam terecht is gekomen is eigenlijk puur toeval. “Ik ben opgegroeid in het noordoosten van Italië.Ik was 26 en had na mijn studie behoefte aan iets anders. Iets dat mijn leven een nieuwe richting zou geven. Het was een impulsieve beslissing, een soort jeugdige rusteloosheid. Amsterdam leek mij een internationale, levendige stad waar ik me thuis zou kunnen voelen. Maar het had ook zomaar een andere stad in een ander land kunnen zijn. Ik kon toen nog niet weten dat dit ook de plek zou worden waar ik mijn aller verdrietigste momenten zou meemaken. Het was 2014, mijn twee kinderen waren er al. Mijn toenmalige partner en ik wilden graag een kindje, maar zwanger worden lukte maar niet. Een routine-soa-test moest uitsluiten dat er iets aan de hand was. De uitslag daarvan zette mijn hele leven op z’n kop. Ik had nooit, maar dan ook echt nooit, verwacht dat ik hiv zou hebben. Ik weet nog alles van die dag, tot in ieder klein detail. Ik denk er nog vaak aan.”
Vijandige wereld
“Die hiv-diagnose maakte alles anders. Ik was overrompeld, bang en voelde me alleen. Ik moest opeens in gesprek met artsen over een onderwerp waar ik niets vanaf wist. Voor mij voelde het als een vijandige wereld. Ik kon geen grip krijgen op de situatie. Ik had geen idee wat ik nodig had en hoe ik daarom moest vragen. Dus ik vroeg maar niets. De medicatie heb ik wel altijd trouw genomen, al direct vanaf het begin. Hoe ik mijn leven met hiv verder moest leiden, lichamelijk en mentaal, dat wist ik niet. Ik was ook niet open. Alleen mijn directe familie en een paar allerbeste vrienden wisten het. Maar ook met hen was ik niet in staat om echt te delen wat mij bezighield. Zij luisterden wel toen ik vertelde dat ik hiv heb, maar daarna stopte het ook. Ze vroegen nooit meer iets. Ze waren druk met hun eigen leven of bang om iets te vragen dat privé was of dat mij verdrietig maakte. En het was ook een gebrek aan kennis, ze wisten niets over hiv en dus ook niet wat ze moesten vragen. Op mijn werk wist ook niemand het. Als ik naar de internist moest, vertelde ik dat ik naar een bijeenkomst op school ging. Mijn relatie liep stuk. Ik had me nog nooit eerder zo alleen gevoeld. Het voelde alsof ik twee verschillende levens naast elkaar leidde.”
Drastische stap
“En toen barstte de bom. Ik had een burn-out, was depressief en helemaal op. Het was alles bij elkaar. Ik vond geen goede manier om met mijn hiv om te gaan, was gescheiden, moest mijn kinderen alleen opvoeden, zorgen dat er geld binnenkwam en dat alles thuis geregeld was. En daar bovenop kwam nog het verdriet van mijn kinderen en het rouwproces waar zij doorheen moesten toen hun vader overleed als gevolg van kanker. Het was te veel, slechter kon het niet meer gaan. Nu zie ik dat ik dat moment nodig heb gehad, hoe naar het ook was. Ik realiseerde me dat er echt iets moest veranderen, anders zou ik het niet redden. Met hele kleine stapjes en met vallen en opstaan ben ik uit het dal geklommen. Mijn officiële coming out was in 2021. Ik was fakkeldrager voor het jaar 2014 tijdens het Power of Love-evenement voor mensen met hiv. Doodeng vond ik het. Het was zo’n drastische stap; daarna kon ik niet meer terug. Maar ik wist ook dat het een stap was die ik moest zetten om verder te kunnen. Uiteindelijk is dat voor mij heel belangrijk geweest. Het samen zijn met andere mensen met hiv gaf zoveel kracht. Ik voelde me voor de eerste keer echt gezien en gesteund.”
Bron van inspiratie
“Inmiddels gaat het een stuk beter met me. Ik heb hulp gezocht voor mijn mentale problemen en ik ben open over mijn hiv. Mijn leven is dus opnieuw heel erg veranderd, maar nu ten positieve. Ik voel me sterk en ben ontzettend trots op mezelf. Maar ik ben er nog niet, het is een proces waar ik nog steeds middenin zit. Inmiddels durf ik wel te zeggen dat ik hoe meer ik erover praat, hoe beter ik me voel. Dat ik dat ooit zou zeggen! Ik heb sinds twee jaar een nieuwe partner. Ik heb hem al vrij snel verteld dat ik hiv heb; we waren net aan het daten. Het is voor hem geen probleem. Hij ondersteunt mij en is heel liefdevol. We hebben het goed samen. Helaas heb ik ook andere ervaringen. Ik heb ook wel eens dates gehad die heel erg schrokken en in paniek raakten. Het is moeilijk om te merken dat andere mensen bang voor je zijn. Zeker als je zelf niet goed in je vel zit, kun je daar erg verdrietig van worden en nog meer aan jezelf gaan twijfelen. Wat ik nu nog graag zou willen, is iets kunnen betekenen voor andere mensen met hiv. Ik heb zoveel pijn en verdriet gehad en nu sta ik hier. Misschien kan mijn verhaal een bron van inspiratie zijn en andere mensen helpen. Zelf heb ik ook veel steun gehad van andere sterke vrouwen met hiv. Ik kwam met hen in contact via de Hiv Vereniging. Zij waren een voorbeeld voor mij, nu wil ik zelf dat voorbeeld zijn. Ik zie mezelf als een feniks die herrezen is uit de as en dat gevoel gun ik andere mensen ook.”
Dit artikel verscheen eerder in hello gorgeous #42.
Tekst Anouk Benden Beeld Vivian Keulards