Bliksemafleider

0

“Ik had het liever niet geweten.” ‘Ja, maar ik schrijf er ook over en ik wil niet dat je het via iemand anders hoort.’ “Nou dan is dat vroeg genoeg.” Er valt een korte stilte. Ik kijk haar aan, maar ze tuurt naar buiten. Dan zegt ze: ‘Wat leest Rik van de Westelaken het Journaal mooi. Heel duidelijk en netjes. En hij heeft ook zulk prachtig haar!’

Zo ging mijn hiv-coming-out gesprek met mijn moeder. Ik was voorbereid dat het ingewikkeld zou worden. Mijn moeder heeft twee keer voor mijn neus uit pure wanhoop en onmacht heur haar uit haar hoofd getrokken. De eerste keer was toen ik vertelde dat ik homo was, en jaren later bij de mededeling dat ik ging trouwen.

Ik keek niet uit naar het gesprek, omdat ik geen zin had in dramatische toestanden. Vertellen dat ik hiv heb, rekende ik tot die categorie. Maar niets van dat alles. De intonatie en het kapsel van mijn moeders favoriete nieuws- lezer waren belangrijker dan mijn hiv.

Mijn moeder, dik in de tachtig, is veranderd sinds de dood van mijn vader. Twee jaar na zijn overlijden kocht ze haar eerste televisie. Mijn vader was daar altijd fel op tegen, want in dat kastje zat de duivel. Met de entree van de televisie ging letterlijk een compleet nieuwe wereld voor haar open. Zes dagen per week, want op zondag – de dag des HEEREN – blijft de beeldbuis op zwart. Zelfs voor Rik van de Westelaken op wie ze vanaf het begin dol is.

Ik zag Rik op een nieuwjaarsfeest in Paradiso eind januari. Ik moest aan mijn moeder denken en hoe ze hem gebruikte als bliksemafleider in mijn gesprek over hiv. ‘Zal ik op hem afstappen en vragen of ik met hem op de foto mag?’, schoot een moment door mij heen. Een foto voor mijn moeder. Ik deed het niet, want mijn moeder heeft mij immers netjes opgevoed.

Deze column verscheen eerder in hello gorgeous #6

Tekst Bertus Tempert Fotografie Robert Zijlmans Illustratie Henk Hageman

Leave A Reply