Hij nam in 2005 deel aan de Vlaamse Big Brother, waar hij direct na binnenkomst vertelde dat hij hiv heeft. Zes jaar later was hij terug op tv in de documentairereeks Hiv+. ‘Ik heb een breed publiek bereikt.’
We spreken elkaar in een ouderencentrum in St. Niklaas, waar Kenny (32) die middag zal optreden. Hij staat graag op het podium: ‘Van kindsbeen af is animatie, mensen vermaken, theater, mijn passie. Vandaag ben ik een goochelaar, ik treed op met een pianist en een zangeres. Als de mensen een leuke dag hebben gehad, ben ik tevreden. Ik doe het graag. Uiteindelijk geeft het me meer voldoening dan mijn echte werk voor de ICT helpdesk van de Belgische spoorwegen.’
Serieuze klap
In 2001 vertelde zijn huisarts hem dat hij hiv heeft. ‘Ik zag zijn lippen bewegen, maar hoorde eigenlijk niet wat hij zei. Ik was 21, had er nooit bij stilgestaan dat ik hiv-positief kon zijn. Voor mij was het een serieuze klap. Ik wist er weinig van. De specialist vertelde me later dat ik er goed mee zou kunnen leven.’
Kenny woonde in die tijd bij zijn grootouders. De eerste die hij het vertelde, was zijn grootmoeder, met wie hij een heel hechte band had. ‘Zij dacht dat ik de ernst van de zaak verbloemde om haar te sparen, dus heb ik haar meegenomen naar de dokter. Toen die hetzelfde vertelde als ik, was ze gerustgesteld. Mijn grootvader heeft het nooit geweten. Hij was hartpatiënt en ik was bang dat hij het niet zou overleven. Hij is gestorven zonder te weten dat ik hiv heb.’
Na zijn grootmoeder lichtte hij zijn beste vriend in en vervolgens ook andere vrienden. Hij aarzelde een tijdje voor hij het aan zijn ouders vertelde. ‘Ik was bang voor hun reactie, wist niet wat ik kon verwachten. Op een bepaald moment was er een nieuwsbericht over hiv op televisie. Dat moment heb ik aangegrepen. Toen heb ik hen gezegd: dat heb ik ook. Ze reageerden heel erg goed.’
Roeping
De eerste twee jaar na de diagnose vond hij het moeilijkst, omdat hij grote behoefte had zijn ervaringen te delen met andere mensen met hiv. Die waren niet of nauwelijks te vinden. Hij kwam met enkelen in contact via Sensoa, de Vlaamse organisatie voor mensen met hiv. Er gebeurde nog iets belangrijkers: hij werd gevraagd lezingen te geven op scholen.
‘Uiteindelijk heeft mijn hiv voor mij een plek gekregen door die lezingen: ik vertel wie ik ben, wat ik heb en wat mij is overkomen. Ik geef de leerlingen iets mee wat ik zelf nooit op school heb meegekregen. Want er komt veel meer bij kijken dan alleen die pillekes. Ik ben geen ambassadeur, maar als ik mijn eigen verhaal vertel, zijn de leerlingen stil. Het is misschien een soort roeping om mijn ervaringen aan anderen te vertellen.
Kenny is sindsdien nooit meer gestopt anderen te vertellen over leven met hiv. Hij werd gevraagd mee te werken aan het boek Mijn status is positief. Dankzij dat boek kwamen de makers van Big Brother hem op het spoor. ‘Zij vroegen mij mee te doen aan het programma. Het ging niet om mij als persoon, het ging om mijn hiv. Het is een televisieprogramma met sensatie, maar ik was me er heel erg van bewust dat ik het thema daar bespreekbaar kon maken. Ik heb dus geen moment geaarzeld, mijn doel was die boodschap overbrengen. Als je dat op de goede manier doet, kan het heel geruststellend zijn voor mensen. Ik kon nu laten zien dat je met iemand met hiv gewoon kunt leven zoals met ieder ander. Het heeft me veel voldoening gegeven. Big Brother was mijn coming out voor een groot publiek. Het was niet normaal hoe vaak ik daarna herkend werd op straat. Door alle soorten mensen, oud, jong: “Proficiat, chapeau dat ge dat gedaan hebt!”, zeiden ze.’
Zwanger
In 2011 nam Kenny deel aan Hiv+, een televisieserie waarin vijf hiv-positieve mensen gevolgd werden. Hij werd er alweer voor gevraagd. ‘Hiv+ was heel anders dan Big Brother, dit draaide echt om mij en mijn hiv. Ze kwamen op mijn werk filmen en mijn oma is nog geïnterviewd. Het was voor mijzelf ook meer informatief, doordat ik de verhalen van de vier anderen hoorde. Dit programma gaf me iets meer voldoening dan Big Brother, het trok ook weer een heel ander publiek dan Big Brother. Met beide programma’s tezamen heb ik uiteindelijk vrij veel mensen bereikt.’
‘Leven met hiv bespreekbaar maken is voor mij een soort missie. Ik heb respect voor mensen die er niet voor durven of kunnen uitkomen. Het is zeker niet mijn bedoeling om het uit te schreeuwen, maar je zou er toch gewoon open over moeten kunnen praten. Ik blijf dus op scholen lezingen geven, al gaat mijn leven nu ook veranderen.
Mijn vriendin is ruim drie maanden zwanger. Het kind is op natuurlijke wijze verwekt, ik vind het belangrijk om dat te noemen. Het rapport van de Hoge Gezondheidsraad van België is net uit. Dat stelt dat je – onder bepaalde voorwaarden – op natuurlijke wijze een kind kunt maken: als je goed je medicatie gebruikt en al langere tijd een ondetecteerbare viral load hebt. Mijn vriendin is uitvoerig getest, zij is niet positief en het kind dus ook niet. Er blijft altijd een minieme kans op overdracht van hiv. Al is die bijna nul, gedurende de zwangerschap nemen we onze voorzorgen weer omdat we geen enkel risico willen lopen. Dat zullen we ook doen na de bevalling. Dan is zij extra kwetsbaar doordat ze waarschijnlijk toch wondjes zal hebben. Daarna zien we wel verder.’
‘Dit jaar heb ik auditie gedaan voor Belgium’s got talent. Het is het enige tv-programma waarvoor ik me zelf heb ingeschreven. Ik wil weten wat een professionele jury van me vindt als entertainer. Hiv heeft daar niets mee te maken. Natuurlijk herkennen sommige mensen me. Dan zeg ik: Het is niet omdat ge hiv-positief zijt dat ge niet meer uw dromen mag najagen. Dat ge niet meer mag leven.’
Dit artikel verscheen eerder in hello gorgeous #5
Tekst Marleen Swenne Fotografie Henri Blommers