Basse Stittgen (31) is kunstenaar en designer. In zijn nieuwste werk staan de verhalen van mensen met hiv centraal. “Als we over ziekte praten, hebben we het vooral over cijfers en statistieken. Ik wil de mensen achter de statistieken centraal stellen.”
“In 2019 werd ik uitgenodigd door de Wellcome Collection in Groot-Brittanië. Dit museum is ooit opgezet door een apotheker die allerlei medische en farmaceutische voorwerpen verzamelde, zoals bijzondere flessen en victoriaanse medische instrumenten. Nu is het een gratis toegankelijk museum voor kunst en wetenschap, met tentoonstellingen over actuele thema’s. Ik werd gevraagd om iets te maken voor hun permanente expositie genaamd Being Human. Als we over ziekte praten, hebben we het vooral over cijfers en statistieken. Ik wil de mensen achter de statistieken centraal stellen. Als designer wilde ik iets moois maken van hiv-positief bloed. Als een soort concretisering van datgene waar mensen bang voor zijn, maar dan vormgegeven als een fraai object, dat zonder gevaar vastgehouden kan worden en aangenaam aanvoelt.”
Hoe ging je te werk?
“De mensen van de Wellcome Collection brachten me in contact met de supportgroep van Positively UK. Ik heb een paar vrienden die leven met hiv, maar ik had nooit zulke lange en intieme gesprek met ze gehad als met de mensen van Positively UK. De interviews gingen over de gevolgen van het ziek zijn, en dan met name de sociale en mentale implicaties in de vorm van stigma. Wat me raakte waren de moeilijke tijden die ze allemaal hebben doorgemaakt, hun kwetsbaarheid. Maar ook de kracht waarmee ze het stigma overwonnen.”
Hoe kwam je aan het bloed?
“Dat kwam van dezelfde mensen van de supportgroep. Ik had het geluk dat de partner van een van hen dokter is. Hij vertelde me wat ik moest kopen aan materiaal om veilig en hygiënisch bloed af te nemen. We hebben het bloed bij hen thuis afgenomen. Daarna droogde ik het bloed op, zodat ik het in poedervorm mee naar Nederland kon nemen. Vervolgens heb ik er objecten van gemaakt. Elk exemplaar is gemaakt met het bloed van één donatie, 450 ml. Ik heb de voorwerpen zo gemaakt dat ze je niet aan bloed doen denken. Je ziet ook niet meteen wat het is. Ik hou erg van dit niveau van abstractie. Ik wil empathie creëren, want empathie is het grootste wapen tegen stigma. Het bloed van mensen met hiv zal bij de meeste mensen in eerste instantie angst of zelfs walging oproepen. Maar daarin word je niet bevestigd als je het werk ziet. En als je daarna naar de persoonlijke verhalen luistert, wordt een negatieve impuls hopelijk omgedraaid in een positieve.”
Wat waren de reacties op het werk?
“Van een aantal mensen heb ik gehoord dat ze een betekenisvolle ervaring hebben gehad waarbij ze ook iets geleerd hebben. De mensen van de supportgroep hebben het natuurlijk ook gezien en zij vinden het een mooie manier om hun verhalen te delen. Ook omdat het werk niet wil shockeren. Ik zou het verschrikkelijk hebben gevonden als ik deze super intieme verhalen misbruikt zou hebben en aandacht zou krijgen door het maken van iets controversieels. Dat ze me hun bloed hebben gegeven, letterlijk iets dat ze in leven houdt, is extra waardevol voor mij.”
Wij zagen jouw werk Fluid Dialogues bij Science Gallery Rotterdam. Hoe is dit ontstaan?
“Ik nam deel aan een oproep van Science Gallery Bengalûru voor hun tentoonstelling genaamd Contagion. Ik wilde sowieso verder met het creëren van een platform voor de verhalen die ik had opgehaald bij mensen met hiv. De mensen van Science Gallery brachten me in contact met T. Jayashree, een Indiase filmmaker die in 2004 A Human Question heeft gemaakt, over de gevolgen van de patenten op hiv-medicatie voor een land als India. Voor deze film had ze ook mensen met hiv geïnterviewd en veel van dit materiaal was nog ongebruikt. Het was bij wijze van spreken een nog niet openbaar gemaakt archief. Voor Fluid Dialogues heb ik een aantal van deze verhalen uit de periode 2003-2005 gecombineerd met de interviews die ik had afgenomen in Londen. Die gaan meer over de westerse context en de huidige tijd, terwijl de verhalen uit India afkomstig zijn uit een andere tijd en context. Zo ontstond er een vloeibaarheid tussen de verhalen. Op bepaalde punten komen de verschillende verhalen overeen, maar op andere vlakken verschillen ze ook van elkaar. Ik dacht na over wat een visuele representatie van bloed zou kunnen zijn. Iets dat niet shockeert en refereert aan het stigma. Het is erg makkelijk om te denken aan bloedspatten en de negatieve beelden die door film en media zijn beïnvloed, zoals geweld en walging. Ik zocht naar een fascinerende representatie van bloed en zo kwam ik op het filmen van bewegende bloedcellen. Microbioloog Jennifer Struikenkamp van microENVISION heeft mooie microscopische beelden gemaakt van bewegende bloedcellen. Wat ik zo interessant vind aan het werken met een microscoop is dat je een cel van dichtbij kunt zien. Tegelijkertijd kan een microscoop je niet vertellen of de persoon aan wie die cel behoort vrolijk of verdrietig is. Of wat diegene ’s nachts wakker houdt. Het zou fantastisch zijn geweest als dit het bloed was van de mensen die we horen in de video, maar helaas kon er niet gereisd worden. Het bloed dat je ziet is dus van mij; hopelijk kunnen we in de toekomst ook het bloed van mensen met hiv filmen.”
Je gaat dus door met dit werk?
“Jazeker. Ik sta heel erg open voor suggesties en samenwerking. Daardoor krijg je een ander perspectief dan dat van jezelf, wat het werk interessanter en rijker maakt. Ik had ook zelf een microscoop kunnen huren, maar dan zou het er veel minder goed uitgezien hebben dan wat Jennifer heeft gemaakt. Het klinkt misschien afgezaagd, maar werken aan beide projecten heeft mij een beter mens gemaakt. Ik heb zoveel geleerd en ben iedereen zo dankbaar dat ze de tijd hebben genomen om mij voor te lichten. Ik heb bewondering voor hun eerlijkheid en openheid. Er was een vrouw die is geboren met hiv. Ze wist pas op haar 15e dat ze hiv heeft. Ze was vaak ziek en men kwam er toevallig achter dat dit kwam omdat ze hiv heeft. Ze vertelde me hoezeer ze haar moeder had gehaat en hoe vies en walgelijk ze zichzelf had gevonden. Of die vrouw uit India die werd verworpen door haar hele familie toen ze hiv bleek te hebben. Ze was zo eenzaam en dacht eraan om zichzelf van het leven te beroven en dan haar kinderen mee te nemen, omdat die anders zouden achterblijven. Dat zijn dingen die je niet graag met een vreemde deelt. Daar is ontzettend veel moed voor nodig. Die kracht en eerlijkheid hoop ik over te brengen met dit werk.”
Hoe noem je jezelf: kunstenaar, designer of activist?
“Ik laat altijd het project beslissen wat ik ben. Voor deze projecten heb ik samengewerkt met mensen met hiv en zo wordt het meer een kunstwerk. Ik zie mezelf niet als activist, maar gelet op het politieke en maatschappelijke karakter van het werk, vraagt het mij als maker ook een positie in te nemen. Wat ik wil laten zien is dat door de medicalisering van ziekte de mensen waarom het gaat vaak naar de achtergrond verdwijnen. Het is heel makkelijk om in dit soort patronen te denken, waardoor je mensen met hiv eerder ziet als bedreiging. Iets waar je liever niet in contact mee wilt komen. Maar hoe kun je het nog zo ervaren als je weet dat achter de cijfers en statistieken een persoon van vlees en bloed zit?”
Tekst Leo Schenk Fotografie Chris en Marjan
OPROEP
Voor de tentoonstelling House of Hiv die dit voorjaar in Amsterdam te zien zal zijn, toont Basse Stittgen zijn werk Fluid Dialogues. Deze wil hij uitbreiden met verhalen en het bloed van mensen met hiv uit Nederland. Wil jij meewerken aan dit unieke project? Stuur Basse een mailtje: info@bassestittgen.com voor meer informatie en aanmelding.