Van 14 tot17 juli vindt het STI & HIV World Congress plaats. Deze tweejaarlijkse conferentie gaat over soa in de breedste zin van het woord. Wij spraken met de voorzitter van het congres Henry de Vries (53), in het dagelijks leven dermatoloog in het Amsterdam UMC en bij GGD Amsterdam.
Henry, is dit de eerste keer dat het congres in Amsterdam is?
“Nee, in 2005 was het congres ook hier. Ik werkte toen net bij de GGD Amsterdam en Roel Coetinho was voorzitter. Het maakte een enorme indruk op mij en ik dacht toen: hier wil ik me verder voor inzetten. Het was in de RAI, en het was hoogzomer. Dat is een groot verschil met dit jaar, waar we gedwongen zijn om er een virtueel congres van te maken.”
Hoe vind je dat?
“Jammer, omdat je op dit soort virtuele congressen met name de interactie tussen deelnemers mist. Wat er in de gangen en buiten zo’n congres afspeelt, is erg belangrijk. Toch is het ook een uitdaging om er nog wat van te maken. En het heeft ook zeker voordelen.”
Leg uit.
“Een virtueel congres is beter voor het milieu omdat je geen honderden bezoekers in het vliegtuig laat stappen voor een paar dagen Amsterdam. Voor de bezoekers is het ook goedkoper. Amsterdam is een dure stad en nu hoef je geen hotel te boeken en uit eten te gaan. Je kunt thuis blijven, dus als je kinderen hebt of op een andere manier gebonden bent, kun je er toch bij zijn. Een ander voordeel is dat je niet hoeft te rennen tussen parallelle sessies, met de kans dat je alsnog iets mist. We nemen alle praatjes van tevoren op en twee weken voor het congres begint, staan ze allemaal als een Netflix-bibliotheek online. Via een chatfunctie kun je je vragen achterlaten die op een later moment worden beantwoord.”
Wat doen jullie nog meer om het publiek erbij te betrekken?
“We organiseren in totaal acht talkshows en twee debatten vanuit een studio in de RAI, waar mensen ook vragen en reacties kunnen achterlaten. Bij dit soort wetenschappelijke congressen heb je normaal gesproken na een presentatie nog vijf minuten tijd voor een discussie die nooit van de grond komt. Op deze manier proberen we er toch nog iets levendigs van te maken.”
Voor wie is het congres?
“In eerste instantie is het congres bedoeld voor mensen die werken in het soa- en hiv-veld. Maar dit jaar is het thema ‘sexual health and the city’, en we proberen ook de verschillende community’s erbij te betrekken. Tijdens het congres spreken verschillende community-leiders en we hebben bij het indienen van abstracts ook specifiek gevraagd naar onderzoek die vanuit de community zelf is opgestart. We vragen ook experts uit verschillende gemeenschappen om bij de talkshows aan te schuiven. We gaan uit van 750 tot 950 bezoekers.”
Waarom is het belangrijk om community’s te betrekken bij dit wetenschappelijk congres?
“Dit congres wordt al sinds 1977 georganiseerd en we zien steeds weinig input van de community’s zelf, de mensen waar het om gaat. Als je wetenschappelijk onderzoek doet, begint het met het schrijven van een aanvraag. Vaak wordt pas gekeken of het onderzoek aansluit op de behoeftes vanuit community’s als het al is dichtgetimmerd. Je moet vanaf het begin mensen erbij betrekken en hun input meenemen in wat de onderwerpen zijn die je wilt onderzoeken. Dat is niet alleen belangrijk voor het slagen van het project, maar ook voor de implementatie. Hoe moeten de uitkomsten van het onderzoek worden geïnterpreteerd? Daar heb je de community bij nodig. Zoals men altijd zegt: niets zonder ons en altijd met ons.”
Wil je dit virtuele congres bijwonen?
Lezers van hello gorgeous die geïnteresseerd zijn kunnen een mail sturen naar stihiv2021@ggd.amsterdam.nl onder vermelding van gorgeous stihiv2021. Graag vermelden wie je bent en waarom je wilt meedoen.