De 44-jarige Sven Dierssen is piloot bij een grote luchtvaartmaatschappij. Sinds 2022 pleit hij voor een rechtvaardiger beleid voor piloten en piloten-in-opleiding die leven met hiv. “De regelgeving is niet meer van deze tijd en moet veranderen.”
Sven glimlacht breed en veelzeggend als ik hem vraag of het altijd al zijn droom was om piloot te worden. Dat was het, al op jonge leeftijd. “De grote vliegtuigen, de technologie, dat trok me als jongetje enorm aan. Later kwam daar ook de levensstijl bij. Het vele reizen, de wereld zien.” Toen hij uit de kast kwam, konden sommige familieleden dat maar moeilijk rijmen met zijn wens om piloot te worden. “Heb je ooit een homoseksuele piloot gezien?” Het weerhield Sven er niet van zijn droom na te jagen. Hij besloot de opleiding te gaan doen en de enige homoseksuele piloot, dat was hij zeer zeker niet. Hij maakte ook nooit een geheim van zijn homoseksualiteit. “Ik ben wie ik ben. Ik doe niet aan coming-outs. Als het ter sprake komt, dan vertel ik het.”
Vermeende gevolgen
Voor hiv en aids gold een ander verhaal. “Ik groeide op ten tijde van de aidsepidemie in de jaren tachtig en negentig. Ik begreep al snel dat het een groot gevaar voor me was. Maar wat het écht was, dat wist ik niet, tot mijn hiv-diagnose in 2018.” Die diagnose kwam als een grote shock. Naast de schaamte die hij voelde, was Sven bang voor de gevolgen die het kon hebben voor zijn carrière. “Tot 2008 mocht je überhaupt niet als piloot vliegen als je leefde met hiv, vanwege de vermeende gevolgen voor de vliegveiligheid.” In 2008 veranderde deze EU-brede regelgeving. “Nu mag je onder bepaalde voorwaarden blijven vliegen. Zo moet je bijvoorbeeld elke zes maanden medisch gekeurd worden. En je copiloot mag niet ouder zijn dan zestig jaar. Zowel leven met hiv als ouderdom worden gezien als medische risicofactoren, vandaar.”

Niets verontrustends
Sven durfde in eerste instantie de bedrijfsarts niet op de hoogte te stellen van zijn diagnose, iets wat hij verplicht was om te doen. “Pas na drie dagen belde ik hem op. Hij probeerde me gerust te stellen, maar tevergeefs.” Sven kwam drie maanden thuis te zitten terwijl er meerdere verplichte medische onderzoeken werden gedaan om te kijken of hij gezond genoeg was om te vliegen. “Dat viel uiteraard op bij familie en vrienden. Die begonnen vragen te stellen. Ik was er niet aan toe om ze te vertellen wat er echt aan de hand was. Ik verzon een verhaal over wat kleine onregelmatigheden tijdens een medische check. Dat er uit voorzorg extra onderzoek werd gedaan. Niets verontrustends.” Na drie maanden kreeg Sven groen licht: hij mocht weer vliegen. In de tussentijd had hij geprobeerd om in contact te komen met andere piloten die leven met hiv. Dat bleek nagenoeg onmogelijk. “Deutsche Aidshilfe, de Duitse variant van de Hiv Vereniging, kende wel stewards maar geen piloten. Ook groepen voor piloten konden me niet helpen. Tegelijkertijd wilde ik niet gaan rondvragen binnen de luchtvaartmaatschappij waar ik werkte. Collega’s en vrienden adviseerden me m’n mond te houden over m’n diagnose, uit vrees voor de negatieve gevolgen die het kon hebben voor mijn pilotencarrière.” Sven had het gevoel er alleen voor te staan. Dat veranderde toen Sven te horen kreeg dat een piloot-in-opleiding met hiv zich had gemeld bij Deutsche Aidshilfe. Een afspraak volgde. “Die jongen had het overduidelijk zwaarder dan ik. Op de pilotenopleiding had hij niet verteld dat hij leefde met hiv. Begrijpelijk, want in dat geval is het niet mogelijk om de opleiding af te ronden.” Sven legt uit dat je als piloot in wording de verplichting hebt om ongeveer veertig solo-vlieguren te maken. Doordat hiv als een ernstige medische aandoening wordt gezien, is zonder instructeur vliegen niet toegestaan. En geen solo-uren betekent geen vliegbrevet. “Daarnaast waren er ook grote zorgen over het kunnen vinden van een baan als ie zijn brevet wél zou halen. Bij veel maatschappijen bestaat de regel dat nieuwe piloten verplicht een hiv-test moesten doen. Wat als niemand hem zou willen aannemen doordat hij positief zou testen? Deze jonge piloot-in-training zat in zak en as. Zoveel angst, zoveel stigma. Toen ik dat zo zag, wist ik: dit moet veranderen.”

Wijziging van beleid
Sven informeerde bij de diversiteitscommissie van zijn luchtvaartmaatschappij waarom er getest werd op hiv. Was dat nodig en wenselijk? De regel stamde overduidelijk nog uit een tijd dat leven met hiv voor piloten echte gezondheidsrisico’s met zich mee kon brengen. Die tijd is, door goede medicatie, verleden tijd, stelde Sven. De commissie was het met hem eens, en gesprekken volgden met de medische dienst over een wijziging van beleid. Na een paar maanden besloot de vliegtuigmaatschappij het verplicht testen af te schaffen. Een overwinning, maar een met een staartje. “Ik informeerde of het afschaffen van de hiv-testen ook als beleid op papier kon worden gezet. Er was namelijk alleen een mondelinge toezegging.” Daar voelde het management in eerste instantie weinig voor. “Er kwam smoes na smoes. Beleid op papier zetten zou ‘te complex’ zijn. Waar het echt om ging, was dat er nog altijd een stigma zit op de associatie met hiv.” Na aandringen werd alsnog besloten om er op Wereld Aids Dag, 1 december, een bericht aan te wijden in een interne nieuwsbrief. In het artikel wilden ze Sven aan het woord laten. “Dat betekende dat ik mijn familie moest vertellen over mijn hiv-diagnose. Dat was een van de moeilijkste dingen die ik ooit heb gedaan, maar ook heel bevrijdend.” Dat het was gelukt om binnen zijn luchtvaartmaatschappij het beleid te wijzigen, smaakte naar meer. Maar een structurele verandering van hiv-beleid in de gehele luchtvaartsector voor mekaar krijgen? Dat is een zaak van lange adem. “Luchtvaartmaatschappijen volgen een EU-richtlijn. Die richtlijn maakt het mogelijk voor de sector om verplichte hiv-testen af te nemen en de pilotenopleiding ontoegankelijk te maken voor hen die leven met hiv. Wil je beleid veranderen, dan moet die richtlijn worden aangepast.” Sven heeft een bondgenoot gevonden in de pilotenvakbond. Zij sponsorden onder meer zijn bijdrage op een recente hiv-conferentie, waar Sven een van de sprekers was. Artsen en wetenschappers waarmee hij sprak, spraken hun verbazing uit over wat zij als een gedateerde richtlijn zien.
Luid en duidelijk signaal
“Wat nodig is, is nieuw medisch onderzoek naar het effect van hiv op de gezondheid van piloten”, aldus Sven. De European Aviation Safety Agency, dat de EU van input voorziet over vliegveiligheid, kan dat soort onderzoek gebruiken om de Europese Commissie (het dagelijkse bestuur van de EU) en het Europees Parlement te adviseren om ander beleid te schrijven. “In het verleden heeft de Agency fondsen voor onderzoek beschikbaar gesteld. Helaas hebben zich toen geen onderzoekers gemeld om van dat geld gebruik te maken.” Sven ziet een taak voor de vakbond, maar ook voor luchtvaartmaatschappijen om erop aan te dringen dat er weer fondsen beschikbaar komen. “Ook een maatschappij als Air France-KLM kan hier een rol in spelen.” En stel dat er nieuw onderzoek komt, dan is het altijd maar de vraag of op basis daarvan de huidige richtlijn wordt gewijzigd. Sven ziet een rol weggelegd voor een brede alliantie van hiv-activisten, vakbonden, luchtvaartmaatschappijen en onderzoekers, ook in Nederland. “Een richtlijn zal alleen veranderen als er een luid en duidelijk signaal wordt gegeven vanuit ons allen dat nieuw beleid broodnodig is. We hebben juist dan ook de mensen nodig die direct worden geraakt, de piloten of toekomstige piloten die leven met hiv. Aan ons de taak hen het vertrouwen te geven dat we samen zullen optrekken voor verandering.”
Dit artikel verscheen eerder in hello gorgeous #49.
Tekst Rick Meulensteen Beeld Fernando Gomez