In mijn familie waren we nooit heel scheutig met complimenten. Gewoon hard werken en als daar geen commentaar op kwam, was dat erkenning genoeg. Een ander prijzen (of, god verhoede: jezelf!) zou maar leiden tot arrogantie en zelfoverschatting. Opvallend calvinistische mores in het katholieke zuiden, hoewel het geloof meer folklore was dan religie. ‘Goede wijn behoeft geen krans,’ riep mijn opa dan weer eens. Dat gebod stond in de folkloristisch-katholieke top tien nog boven ‘Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’ en ’Nooit je kop boven het maaiveld uitsteken’.
Wat een contrast met de eerste Amsterdamse (toen nog Gay) Pride die álle geboden leek te tarten. Wat een openbaring, al die mensen die daar uitbundig en met trots de liefde in alle vormen en voorkeuren vierden. Ik had natuurlijk vooral oog voor de prachtige mannen in jurken, in leer, in bijna niets: ik stond met open mond te kijken en werd er compleet door in beslag genomen. Precies dáárom was ik naar Amsterdam verhuisd. Maar het was ook verwarrend. Want ach, wat was ik bleu en braaf. Is dat nou echt nodig?, dacht ik bij sommige boten waar het wat ruiger aan toe ging. ‘Daar hoor ik niet bij hoor!’, zei ik ook als vrienden een opmerking maakte over leernichten, blotebillenbotenen over-the-top drag queens.
Een beetje een worsteling dus. Natuurlijk was ik gewoon jaloers op die mooie, gespierde, behaarde torso’s. Maar meer nog wilde ik ook zo vrij zijn in mijn lijf en mijn seksualiteit, die ik net aan het ontdekken was. Maar ik liet het niet toe. Natuurlijk, het moet allemaal kunnen, ieder zijn ding, leven en laten leven. Dat het anderen (en dat folkloristisch-katholieke jongetje) soms shockeerde, wilde niet zeggen dat het niet zou mogen. Maar om het nu zo openlijk te laten zien en daar trots op te zijn? Wat wilden ze daar mee bereiken?
Dat snapte ik pas toen in een training de Maslow-piramide aan bod kwam. Ik kende hem al. Het definieert vijf niveaus van menselijke behoeften, met zelfverwerkelijking als het hoogst haalbare. Je komt alleen toe aan het volgende niveau als de onderliggende zijn ingevuld: primaire behoeften, veiligheid, sociale behoeften en, net onder de top, erkenning. Deze training plaatste daar vraagtekens bij: als je voor zelfverwerkelijking afhankelijk bent van erkenning, blijf je vragen om bevestiging van anderen. Voor je het weet, ben je anderen aan het pleasen, neem je andermans normen over en verlies je jezelf. En je blijft ervan afhankelijk. De boodschap: alleen erkenning van jezelf brengt je naar de top, naar zelfontwikkeling.
Het jaar erop stond ik zelf op een boot. Het was geweldig! Het weer was prachtig, net als de mensen op de boot en ik danste urenlang in mijn belachelijke outfit (ik verklap verder niets) op blote voeten samba’s en mambo’s die ik helemaal niet ken. Ik laafde me aan de erkenning: het enthousiast joelende publiek, de bordjes met ‘lekker ding’ die naar me werden opgestoken (en dat in mijn outfit!). Dus zo voelt meedoen aan Pride, erbij horen! High van de roes en de lauwe sangria aan boord wentelde ik me in de warmte van die erkenning.
Toen ik na uren geïmproviseerde samba’s en mambo’s toch maar even ging zitten met een plastic bekertje inmiddels kokende sangria, keek ik naar de strakblauwe lucht. Het leek even helemaal stil, ik voelde rust en een enorme tevredenheid; hier zit ik, blij met wie ik ben en waar ik voor sta, samen met de drag queens en de mannen in het leer. Ik had mijn kop boven het maaiveld uitgestoken, gekker dan gek gedaan en zelf de krans omgehangen die deze wijn verdiende.
De muziek zwelde weer aan, ik stapte het dek en tegelijkertijd de top van de piramide op en danste tot het eindpunt helemaal voor mezelf. Pride was nu echt begonnen.
Deze column verscheen eerder in hello gorgeous #47.
Tekst Bas Timmermans Illustratie Karina Grens