Een tweede kans

0

Het leven van Lucy (41)  is allesbehalve makkelijk geweest. Nu heeft ze de kracht om zichtbaar te zijn. “Ik waardeer elke seconde en ik geniet elke minuut van de tweede kans die het leven me heeft gegeven.”

“Ik groeide op in het noorden van Oeganda, dat vanaf 1986 te maken had met de burgeroorlog tussen het Oegandese leger en de rebellen van de Lord’s Resistance Army. Door het geweld vluchtten we vaak. We zijn nog een tijdje naar Zuid-Soedan gevlucht, maar ook daar woedde er een burgeroorlog, dus zijn we weer naar Oeganda teruggekeerd.”

Beeld Henri Blommers

Niet mijn familie

“Ik werd van school gehouden om thuis zwaar werk te doen. Op een dag vertelde mijn moeder dat ze mijn moeder niet was. Mijn biologische moeder zou zijn gestorven bij mijn geboorte. Een jaar later – ik was 10 – kregen we bezoek van een blinde vrouw. Ze vroeg hoe ik heette en zakte ineen toen ze mijn naam hoorde. ‘Lucy, ik ben je moeder’, zei ze, terwijl ze mij stevig omhelsde. Ik was met stomheid geslagen. ’s Avonds kreeg ik meer van het verhaal te horen. Het werd me duidelijk dat de mensen bij wie ik opgegroeide niet mijn familie waren en dat de vrouw die ik die dag had ontmoet, mijn echte moeder was. Ze vertelde me dat ik te vroeg was geboren en de eerste maanden regelmatig in het ziekenhuis lag. Toen ik acht, negen maanden was, ontvoerde haar ex-vriend mij uit het ziekenhuis. Mijn moeder denkt dat het een wraakactie was, omdat hij dacht dat ik zijn dochter was. Ik was zo blij dat de man waarvan ik al die tijd had gedacht dat hij mijn vader was, niet mijn vader was. En dat die familie niet mijn familie was. Niet lang daarna ging ik bij haar wonen. Ik had eindelijk iemand in mijn leven die mij kon troosten en zeggen dat alles goed zou komen.”

Machteloos

“In 1995, ik was toen 13 jaar, werkte ik tijdens het regenseizoen bij verre familie in de kazerne. We werkten voor een legerofficier op zijn rijstveld en aan het eind van de dag werden we uitbetaald. Hij was niet tevreden over het werk dat ik had gedaan en smeet het geld op grond. Ik bukte om het op te rapen, en hij gooide mij op de grond, scheurde mijn jurk open en verkrachtte me. Hij drong ook zijn vingers naar binnen en bewoog die hardhandig heen en weer. Ik voelde me machteloos en totaal verlamd.

Beeld Henri Blommers

De volgende dag had ik veel pijn en kon ik niet meer lopen. Ik mocht bij een ander familielid, die ook officier was, in de kazerne blijven totdat ik weer was opgeknapt. Er kwam een legerdokter; ik had gonorroe opgelopen en kreeg een antibioticakuur. Maar voordat ik die kuur kon afmaken, werd de jongste dochter ziek. De moeder nam haar mee naar het ziekenhuis; ik bleef achter met het oudste kind van drie. ’s Nachts verkrachtte die officier me. Dit gebeurde vaker in de periode dat zijn vrouw in het ziekenhuis was. Als ik het ook maar iemand zou vertellen, dan zou hij aan de vrouw van de eerste officier die mij had verkracht, vertellen dat ik seks had gehad met haar man. Zij zou mij zeker vermoorden, dreigde hij. Hij zou ook mijn familie inlichten, die mij zeker zouden verstoten; in hun ogen zou ik voor altijd een prostituee zijn. Ik was heel bang dat ik een schande zou zijn voor de familie. Toen zijn dochter overleed, moest haar lichaam naar een ander district worden gebracht en kon ik eindelijk weg van hem.”

Liefde van mijn leven

“Niet lang daarna stierf mijn moeder en ging ik weer bij de familie wonen waar ik zo’n vreselijke tijd had gehad. Twee jaar na de verkrachting bleek ik nog steeds gonorroe te hebben omdat ik de kuur niet had kunnen afmaken. In het ziekenhuis werd ik ook op hiv getest. De uitslag was positief. De dokter zei dat ik nog hoogstens vijf jaar had te leven. Ik was 15 en mijn wereld stortte in. Ik had niemand op wie ik kon leunen, niemand die mij kon troosten. In Oeganda organiseert TASO allerlei dingen rond hiv-zorg, zoals CD4-bepalingen. Bij TASO vertelden ze dat heel veel mensen hiv of aids hadden, maar dat er niet genoeg hiv-medicijnen zijn. En omdat ik er nog goed uitzag, kreeg ik nog geen medicijnen. In 2006 kreeg ik de eerste verschijnselen en ben ik weer naar TASO gegaan. Daar bleek mijn CD4 nog maar 70 te zijn en kon ik met de medicatie starten. Inmiddels had ik ook de liefde van mijn leven ontmoet, een knappe Nederlander. Ik heb over mijn hiv verteld en hij zei dat ik zo snel mogelijk naar Nederland moest komen. We zijn in Oeganda getrouwd en in 2012 kwamen we hier wonen.”

Beeld Henri Blommers

Troost

“Ik heb veel steun van mijn man gekregen. Hij heeft ook hulp gezocht voor de verwerking van mijn verleden, bijvoorbeeld een verwijzing voor Centrum ’45 om mijn oorlogstrauma te verwerken. Via het ziekenhuis kwam ik in contact met ShivA. Ik twijfelde eerst om er naartoe te gaan, want ik was bang om er andere Oegandezen tegen te komen. Op een gegeven moment ben ik toch naar een praatgroep gegaan. Daar vond ik troost. ShivA is niet alleen een plek waar je je gevoelens kan delen met andere mensen die ook hiv hebben; voor mij is het ook een grote familie geworden. Na een tijdje vroegen ze of ik een Positive Sister wil worden. Ik heb daar niet lang over hoeven na te denken: ik wilde ook andere vrouwen ondersteunen zoals ze mij ook hebben geholpen. Meestal ben ik een luisterend oor voor de vrouwen. Ik geef geen advies, maar als ze vragen hebben waar ik ze mee kan helpen dan doe ik dit, of ik verwijs ze door. Soms doen we alleen maar leuke dingen. Ik laat ze voelen dat ze niet alleen zijn.”

Sterk

“Vijf jaar geleden heb ik meegedaan met het Stigma Project van Marjolein Annegarn. Toen was ik niet herkenbaar op de foto. Onlangs vroeg zij me voor een vervolg op dat project en nu ben ik wel herkenbaar in beeld. Wat mij de kracht heeft gegeven om zichtbaar te durven zijn, is dat ik heb gezien hoe stigma en discriminatie ons beperkt. Er gaan mensen dood aan het stigma, omdat ze niet om hulp hebben durven vragen. Ik heb tegen mezelf gezegd: als ik nu niks doe, verandert er niets aan deze situatie. Door alles wat ik heb meegemaakt ben ik ontzettend sterk geworden. Ik waardeer elke seconde en ik geniet elke minuut van de tweede kans die het leven me heeft gegeven.”

Dit artikel verscheen eerder in hello gorgeous #45.

Tekst Leo Schenk Beeld Henri Blommers

Leave A Reply