David Castillo (31) groeide in Mexico op met een oom die hiv had en ernstig ziek werd. Hoe is het om net als je oom twee keer uit de kast te komen? In Rotterdam hervond hij zijn kracht bij The Group.
“In 2000 kreeg mijn oom – die ook homo is – de diagnose hiv. Hij besloot de familie meteen in te lichten. Mijn familie is christelijk, maar dat vormde geen probleem. In die tijd was de kennis over hiv in Mexico nog niet zo wijdverspreid. Mijn oma had speciaal voor hem een glas en bestek dat niemand anders mocht gebruiken. Mijn oom verhuisde naar een andere stad. Tien jaar lang zagen we hem alleen met kerst. Toen ik mijn ouders vertelde dat ik homo ben, besloot ik bij mijn oom in Mexico-Stad te gaan wonen. Dat hij ook homo was, maakte het voor mij gemakkelijker om uit de kast te komen. Na een jaar verhuisden we naar Tampico, waar ik vandaan kom. We woonden in één appartement. Daar bleek dat hij depressief was geworden en dit weet aan de medicatie. Hij nam zijn pillen niet meer in. Pas toen hij ernstig ziek werd, kwamen we hier achter. De diagnose aids kwam dichterbij en de artsen dachten dat hij zou sterven. Het leek een wonder, maar mijn oom werd weer beter. In Tampico ontmoette ik mijn huidige, Nederlandse partner. Ik verhuisde naar Rotterdam en na een tijdje spraken we over trouwen. Ik besloot me te laten testen want we wisten onze hiv-status niet. Dat was vier jaar geleden, ik was toen 27 jaar oud.”
Achtbaan
“Eerlijk gezegd had ik deze uitslag niet zien aankomen. Ik was in shock. De GGD-verpleegkundige somde als een robot alle informatie op: mijn partner moest getest worden, ik moest een behandelcentrum kiezen, enzovoort. Dezelfde dag vertelde ik de uitslag aan mijn partner, dat was de grootste test in mijn leven: ik was bang was dat hij zou zeggen dat ik terug moest naar Mexico. Het tegendeel was waar. Hij ging de deur uit en kwam terug met een bos bloemen, gaf me een zoen en knuffelde me. “Het verandert niks aan mijn gevoelens voor jou”, zei hij. Die dag zal ik nooit meer vergeten: het is ook de verjaardag van mijn schoonvader. Ik vier deze dag in stilte met hem. Het heeft onze relatie versterkt. Niet lang daarna zijn we getrouwd. Mijn partner is nog altijd hiv-negatief. Op mijn 15e kwam ik uit de kast als homo. Opnieuw in de kast, nu als iemand met hiv, voelde verstikkend. Het kostte me bijna vier jaar om het te accepteren en alles te verwerken. Grotendeels moest ik dit alleen doen omdat mijn partner veel voor zijn werk in het buitenland is. In Rotterdam had ik geen sociaal netwerk. Mijn partner steunde me waar hij kon, maar er is een grens aan wat je kan betekenen voor iemand als je zelf geen hiv hebt. Mijn gevoelens leken wel een achtbaan. Ik huilde als ik stond te douchen, als ik tv keek en als ik naar bed ging. Doodgaan was niet mijn grootste angst, maar dat ik geliefden moest teleurstellen. Ondanks alles wat ik met mijn oom had meegemaakt.”
Niet dezelfde persoon
Vlak na mijn diagnose ben ik vijf dagen opgenomen geweest voor wat later een Covid-infectie bleek. Jan, mijn hiv-consulent in het Erasmus MC, bezocht me elke dag. Hij hoefde dat niet te doen, maar het zegt wat over de betrokkenheid van de hiv-verpleegkundigen. Van hem kreeg ik het nummer van Karlijn van Stichting Mara en kwam ik bij The Group (een wekelijkse bijeenkomst voor jongeren, voornamelijk mannen die seks hebben met mannen, met hiv uit diverse culturen in Rotterdam, red.). Wat met mijn oom gebeurd was, had ik nooit met iemand besproken. Daarom ben ik zo blij dat ik bij Karlijn terecht kwam. Zij is echt geweldig, ik denk dat ze meer helpt dan ze zelf beseft. Het een van de redenen dat ik nu mijn verhaal doe. Ze is echt sterk, want ik ben niet dezelfde persoon als bij de onze eerste afspraak. Het is heel belangrijk voor mensen met hiv dat er iemand is die hen een stem geeft. Mijn oom heeft dat indertijd niet gehad. Sommige mensen hebben geen idee hoe helpend het is eens per maand van andere jongeren te horen hoe zij er mee omgaan. Samen zijn we ook naar het hiv-diner gegaan. De gesprekken met mensen van een andere generatie hebben me veel geleerd. Ik ben echt trots op hoe zij ons leren openlijk over leven met hiv te praten.”
Speciaal moment
Met mijn familie heb ik het anders aangepakt dan mijn oom. Ik wilde eerst alles op een rij hebben. Mijn oom weet het nog niet. Hij is erg belangrijk voor mij, ik vertel het hem op een speciaal moment. Mijn zussen waren de eerste familieleden aan wie ik het vertelde. We kwamen met kerstmis bij elkaar in Madrid en tijdens zo’n avond met diepgaande gesprekken – en een glas wijn erbij – besloot ik het te vertellen. Op dat moment wist alleen mijn partner het en dat maakte dat ik me kwetsbaar voelde. Ik wilde mezelf weer zijn. Mijn oudste zus was verbaasd dat ik het niet eerder had verteld, ze was niet bepaald geshockeerd. Sterker nog: ze zocht naar informatie over medicatie en ondersteuning voor familie van mensen die met hiv leven. Ook mijn jongste zus reageerde prima. Voor mij was het heel belangrijk om de steun van mijn ouders te behouden, maar dat zat gelukkig goed. Mijn moeder zei: “Je blijft mijn zoon, en ik zegen je”. Voor hen was het natuurlijk niet helemaal nieuw. Het was een grote opluchting dat ik me weer beschermd voelde door mijn moeder.
De volgende stap
Die tweede kast knelde te veel, ik moest eruit. Op mijn werk heb ik het enkelen verteld. Het enige vervelende is dat ik elk jaar medisch gekeurd wordt in plaats van elke vijf jaar. Het slaat feitelijk nergens op, want ieder ander kan in die vijf jaar wel hiv oplopen en gewoon blijven werken. Veel steun kreeg ik van een collega bij de luchtvaartmaatschappij. Hij heeft indertijd met succes zijn ontslag vanwege hiv aangevochten. Belangrijker dan collega’s is dat mijn familie en vrienden het weten. Mijn beste vriend weet het nog niet, daar zie ik wel tegenop want ik wil zijn vriendschap niet verliezen. Er is een David vóór de diagnose en een David ná. Zo’n drie jaar geleden opende ik een fles wijn en zei tegen mezelf: dit is de laatste keer dat ik energie, frustratie en boosheid verspil aan hiv. Klaar voor de volgende stap, mezelf weer een stem geven, bijvoorbeeld. Het beste moet nog komen, want ik wil actief worden voor de hiv-gemeenschap. Ik voel echt de noodzaak om iets te betekenen voor mensen die net de diagnose hebben gekregen, om goede informatie te geven, om er voor hen te zijn. Dat is mijn volgende uitdaging!”
Dit artikel stond eerder in hello gorgeous #43.
Tekst Ron van Zeeland Beeld Desiree Engelage