Elias Karam (35) is een queer activist. Hij praat in Nederland veel over LHBT+-emancipatie en over het feit dat hij leeft met hiv. Daarvoor heeft hij wel zijn moederland Libanon moeten verlaten.
In 2015 kwam Elias in Libanon met maagproblemen terecht in het ziekenhuis; hetzelfde ziekenhuis waar hij zelf als arts werkzaam was op de intensive care. De deskundigen, oftewel zijn collega’s, stonden voor een raadsel: ze hadden geen idee hoe ze Elias’ klachten moesten behandelen. Hij vertelt: “Mijn zus heeft toen advies gevraagd bij onze huisarts, die me direct doorstuurde naar een ander ziekenhuis. Daar kreeg ik oneindig veel testen. Een arts vroeg me of ik wilde testen voor hiv, waarop ik ja zei. Een paar uur later kwam hij terug met de uitslag: ik was positief”.
Wat gebeurde er toen?
“De dokter besloot het direct mijn zussen te vertellen. Dat vond ik toen heel erg. Hij had mij niet om toestemming gevraagd. Achteraf ben ik er blij mee, omdat ik het ze zelf nooit had durven vertellen. Voor mij brak er een heftige periode aan. De positieve uitslag voelde als een doodvonnis; niet door de ziekte maar door het enorme stigma dat er in Libanon rond hiv hangt.”
Kun je dat stigma eens omschrijven?
“Mensen geloven dat hiv een straf van God is voor homoseksualiteit. Dat komt door de religie, de cultuur. Het stigma rond hiv is sterk verbonden met het stigma rond homoseksualiteit.”
En hoe komt het dat mensen er zo over denken?
“Er is een gebrek aan voorlichting en onderwijs. Seksuele voorlichting bestaat bijna niet in Libanon, laat staan voorlichting over de LHBT+-community of hiv en aids. Informatie is alleen beschikbaar als je er zelf naar op zoek gaat. Dat heeft m’n zus bijvoorbeeld gedaan. Toen de dokter van mijn positieve status had verteld, is ze gaan zoeken. Dat heeft haar manier van denken veranderd en ze heeft me na vijf jaar in het hart gesloten. Op de dag van de uitslag was dat nog ondenkbaar.”
Terug naar die periode, hoe zag je leven eruit na de uitslag?
“Alles veranderde. Ik startte de behandeling maar kon daar met niemand over praten. Ook op m’n werk moest ik het geheim houden. Het ziekenhuis waar ik werkte was katholiek; er waren ook veel nonnen actief. We behandelden hiv-patiënten zoals we de afgelopen jaren covid-patiënten hebben behandeld. Dat zegt genoeg over de kennis en het stigma: mensen in het ziekenhuis waren er nog van overtuigd dat je hiv kon overdragen via je adem en de lucht.”
Jeetje. Hoe was het om in zo’n omgeving met dit geheim te lopen?
“Vreselijk, ik wist dat ik dat niet lang ging volhouden en was al bezig met plannen om het land te verlaten. Maar het geheim bleef ook niet lang bewaard: na m’n ziekteverlof moest ik me direct melden. Ik werd gevraagd een bloedtest te doen. Ze vertelden me er niet bij wat de reden was, maar ik voelde natuurlijk direct dat ze van m’n geheim wisten.”
Maar de dokter bij wie je in behandeling was had het alleen je zussen verteld toch? Heeft hij het toch ook bij je werk aangegeven?
“Nee. Wat bleek: er was een verpleegkundige die zowel werkte in het ziekenhuis waar ik behandeld werd als bij mijn werkgever. Zij heeft het de leiding verteld. De test bevestigde wat ze al dachten, en zij zeiden direct dat ik niet langer met patiënten mocht werken. Ik werd naar de wasserij-afdeling verplaatst. De patiënten die ik normaal gesproken behandelde, zagen me nu met de was lopen. Het werkte enorm stigmatiserend.”
Heb je erover nagedacht om weg te gaan bij het ziekenhuis?
“Ik had weinig keus. Mijn toenmalige partner had geen werk en we moesten toch de rekeningen betalen. Wel wist ik dat ik niet lang met dit stigma kon leven en ik ben na ongeveer twee maanden naar Nederland gekomen”.
Waarom Nederland?
“Ik wilde eigenlijk naar Frankrijk, maar daar kon ik heel lastig een visum voor krijgen. Ik had al een visum voor Nederland omdat ik een vriend heb die hier woont en ik al eens bij hem was geweest. Ik kon zo lang bij hem blijven. Daar had ik echt geluk mee, dat ik niet naar een asielzoekerscentrum hoefde”.
Maar je moest wel asiel aanvragen. Hoe ging dat?
“Dat was een onmenselijk proces. Ik kreeg allerlei vragen waarmee de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst, red.) wilde checken of ik daadwerkelijk homoseksueel ben. Deze vragen waren gebaseerd op allerlei stereotypes. Zo kreeg ik de vraag waarom ik zo’n volle baard heb, want dat vonden ze niet bij een homoseksuele man passen. Ik ben niet de enige die dit overkomt. Ik ben aangesloten bij #NietGayGenoeg, een campagne waarmee we aandacht vragen voor dit probleem.”
Hoe lang heeft de procedure van asielaanvraag geduurd?
“In totaal anderhalf jaar. In die periode kwam ik via Grindr in contact met andere activisten, waaronder de programmamanager van Secret Garden. Ik ben trots dat ik daar inmiddels onderdeel van ben; we organiseren evenementen en werken samen met andere organisaties om het bewustzijn en de kennis over hiv te vergroten. Met name voor LHBT+-immigranten en -vluchtelingen. Dat dat nodig is, blijkt wel uit een gesprek dat ik laatst had met een jongen van 18 jaar. Hij vertelde dat hij geen condooms gebruikt tijdens de seks, maar dat dat ook niet nodig is omdat zijn sperma wit is en dus gezond. Hij geloofde echt dat de kleur van je sperma iets zegt over je seksuele gezondheid.”
Wat kunnen jullie daar tegen doen?
“Wij gaan met deze jongeren in gesprek. Door mijn ervaring te delen, voelen zij hopelijk dat het normaal is om over dit soort onderwerpen te praten. Daarnaast pleiten we bij de GGD voor meer beschikbare informatie in het Arabisch. De kracht van taal wordt flink onderschat. Niet alleen omdat niet iedereen Engels of Nederlands spreekt, maar ook omdat de jongeren een bepaalde hiërarchie voelen en minder goed zullen luisteren.”
Naast Secret Garden ben je betrokken bij het International Queer and Migrant Film Festival. Wat doen jullie daar zoal?
“We cureren films over LHBT+-activisme in het Midden-Oosten en organiseren screenings. Die gaan ook over hiv. Een mooi voorbeeld vind ik de film God has Aids, die we vorig jaar op het IDFA hebben geprogrammeerd. Alleen al de titel van die film roept een grote en interessante vraag op: wat als God daadwerkelijk aids zou hebben? Hoe zou de wereld er dan uit zien? En hoe zouden mensen dan met aids omgaan? Dat zijn gesprekken die we voeren naar aanleiding van de films die we vertonen. Het is belangrijk om op deze manier mensen te informeren, zodat hopelijk niemand meer denkt dat ie seksueel gezond is omdat zijn sperma mooi wit is.”
Dit artikel verscheen eerder in hello gorgeous #42.
Tekst Sander Heithuis Fotografie Henri Blommers