Communiceren zonder woorden

0

Dee Stoicescu (31) hoorde op haar 14e dat ze hiv heeft. Met haar kunst neemt ze controle over de schaamte die gepaard gaat met hiv.

“Ik ben geboren in Roemenië en emigreerde in 1996 met mijn familie naar Canada. Mijn vader en moeder volgden echt hun American dream en wilden een beter leven op poten zetten voor mijn zus en mij. Ik herinner me niet veel van Roemenië; ik denk dat daarom fotografie zo essentieel is in mijn kunst. Aangekomen in Toronto zette ik mezelf onder heel veel druk om te integreren: ik wilde vrienden maken, het goed doen op school en meteen Engels leren. Hierdoor verleerde ik het Roemeens snel, en daar heb ik nu wel spijt van.

“Toen ik 14 was, kwam ik erachter dat ik hiv heb. Ik was erg ziek en de dokters wisten eerst niet wat er met mij aan de hand was. Tot ze me op hiv testten en ik hoorde dat ik aids had. We weten niet precies hoe ik hiv-positief raakte, maar waarschijnlijk was het door een bloedtransfusie of een vieze naald. De hygiëne in Oost-Europese ziekenhuizen was slecht in de jaren tachtig en negentig, waardoor veel kinderen hiv opliepen.  

Ametitor (Duizelingwekkend), 2019

“Mijn familie was een enorme steun, maar toch had ik het er erg moeilijk mee. Niemand in mijn familie had hiv, behalve ik. Er was ook veel schaamte over wat er met me gebeurd was in Roemenië. Dat maakte dat ik niks met dat land te maken wilde hebben. De medicatie zorgde ervoor dat ik me beter ging voelen en dat veranderde ook mijn manier waarop ik met hiv omging. Zo ging ik op zoek naar andere mensen met hiv, naar een hiv-community. Rond mijn twintigste kwam ik uit de kast als queer en dit hielp me die hiv-community te vinden. Toen ik het vond, merkte ik ook hoezeer ik had gemist.”

Zelfbeschikking

“Kunstenaar worden was nooit een bewuste keuze. Toen ik twintig werd, kreeg ik een camera van mijn zus en deed ik een studie naar feministische kunst. Het mooie aan feministische kunst is dat het begint met onszelf als vrouw. Wij zijn onze eigen experts, net als mensen met hiv. Dit bleek een goed startpunt voor mij als kunstenaar.

“Mijn eerste werk maakte ik in een moeilijke tijd. Mijn grootmoeder was net overleden en zij had mij een pop gegeven. Daar maakte ik thuis foto’s van, waarop ik via een digitale techniek het hiv-virus projecteerde. Het was voor mij ook mijn hiv-coming-out. Het hing in een galerie met meer queer kunst; de reacties waren erg goed en dat motiveerde mij om verder te gaan.

Maternā (Moederlijk). 2019

“Het werk dat ik nu maak, gaat over immigratie, familie en over meer open willen zijn over mijn hiv. Ik wil opener zijn; daardoor kan ik beter omgaan met de schaamte die er nog steeds zit. Kunst is voor mij ook zelfbeschikking, een goede manier om controle te nemen over die schaamte. Ik kan me nu niet voorstellen om hiv te hebben zonder kunst te maken. Kunst helpt me als ik het moeilijk heb en houdt me op de grond. Het is communiceren zonder woorden.

“Ik merk dat ik een ontwikkeling doormaak als kunstenaar. Was mijn eerste werk nogal duidelijk, nu verwerk het virus abstracter, symbolischer in mijn kunst. Naast dat ik zelf veel aan kunst als acceptatiemiddel heb, wil ik met mijn kunst ook stereotypen over hiv bij anderen veranderen. Ik zou het ook mooi vinden als door mijn werk andere mensen met hiv zich minder alleen voelen. En dat mijn werk bijdraagt aan meer zichtbaarheid van queer vrouwen met hiv, want dat kan nog wel beter.”

Meer kunst van Dee vind je hier.

Dit artikel verscheen eerder in hello gorgeous #34.

Tekst Leo Schenk Fotografie Ai Yamamoto

Leave A Reply