Ieda Viana (51) is laborante en werkt op de prikafname van de hiv-afdeling in een kliniek. Zodra ze over haar werk praat, komt er een grote twinkeling in haar ogen en een aanstekelijke vrolijkheid in haar stem. Vooral over twee aspecten vertelt ze hartstochtelijk: het afnemen van het bloed en het contact met de mensen in de prikstoel. “De verhalen die ik hier hoor, zijn zo interessant. De prikkamer is de leukste plek van de kliniek.”
Ieda neemt bloed af bij mensen met hiv en prepareert het voordat het naar het laboratorium gaat. Ze werkt voornamelijk voor de hiv-poli, maar ze prikt ook andere patiënten van de kliniek. “Ik ben echt gek op bloed. Ik wist al vanaf mijn twaalfde dat ik bloed-analiste wilde worden. Juf of kapster wilde ik sowieso niet worden; ik wilde iets in de zorg doen. Maar als verpleegkundige zie je je patiënten veel. Je krijgt dan een hechte band en de psychische belasting van het verzorgen leek me daarom te zwaar. Ik vond biologie als kind al leuk en ik las dan veel over cellen. Vooral over bloedcellen: wat hun functie is en wat je er aan kan aflezen. Dat vond ik zo indrukwekkend. Ik wilde gewoon bloed afnemen en onderzoek doen. Bloed is leven. De kleur − dat levendige donkerrood − is ook zo mooi. Warm.”
Stralend en schaterend vertelt ze verder: “Ik ben pas tevreden als ik bloed zie. Als ik een week geen bloed heb gezien, dan doe ik donkerrode nagellak op, haha. Op vakantie ook: de meesten zitten dan lekker op het terras van het zonnetje te genieten, maar ik kijk altijd naar de aderen van andere mensen. En als ik dan van die grote blauwe vaten zie, dan denk ik: hè, wat jammer dat ik mijn naald niet bij me heb. Voor mij is het spelen met bloed. Maar ik kan er niet tegen als iemand pijn heeft. Dus als er iemand op zijn knie valt en die bloedt, kijk ik niet verlekkerd naar wat voor bloed er uitkomt.”
Die hartstocht komt goed van pas bij het beladen moment van het bloedonderzoek van de patiënten van de hiv-poli. “Als mensen bij mij bloed komen prikken, een beetje zenuwachtig zijn en zeggen dat ze geen bloed kunnen zien, zeg ik altijd: ‘Oh, ik wel, hoor! Ik ben gek op bloed’. Dan moeten ze wel lachen, en dat breekt het ijs. Ik vind het leuk om mensen gerust te stellen. Het is dan fijn als ze achteraf zeggen dat het erg meeviel.”
Veilig
Ieda werkte als laborante in Brazilië, waar ze geboren is, en verhuisde in 1995 naar Nederland om samen te gaan wonen met haar man. Ze begon met een stage in het OLVG in Amsterdam, om te kijken hoe het werk hier ging en welke systemen en apparaten er hier werden gebruikt. Ook moest haar Braziliaanse diploma gevalideerd worden; na een extra opleiding van een jaar kon ze ook hier volwaardig als laborante aan de slag. Ze kreeg een vaste baan bij het OLVG en daar kwam ze voor het eerst in contact met mensen met hiv. “Dat was in 1996, in de tijd dat de combinatietherapie er net was. Het was daar heel druk, de mensen moesten toen ook vaker op controle komen. Onze patiënten werden doorgestuurd door de GGD, velen waren drugverslaafd. Na de fusie met het Prinsengrachtziekenhuis kreeg ik ook andere patiëntengroepen.” In 2001 stapte ze over naar een andere kliniek. Omdat daar algemeen diagnostiekwerk werd gedaan, zag ze daar huisartspatiënten met allerlei verschillende klachten. In 2017 begon ze in haar huidige baan bij de hiv-poli van DC Klinieken Lairesse.
Ieda voelde zich er gelijk helemaal thuis. “Het is hier heel gezellig, en het team zag dat ik hier tussen pas. Ook de patiënten die hier komen, vind ik erg aardig. Het is een superleuke plek om te werken. De meeste mensen die hier komen, praten graag over hun leven en hun ervaringen in het leven met hiv, dat vind ik interessant om te horen. Ik kreeg hier ineens ook allemaal complimentjes. Mensen zeggen dat ze zich veilig voelen bij me, en dat ze blij met me zijn. Dit is echt mijn ding.” De medische ontwikkelingen in de bestrijding van hiv zijn indrukwekkend, vindt Ieda, en dat mensen met hiv daar zelf een grote rol in hadden en hebben, maakt het extra mooi. “Ik ben heel dankbaar dat zo veel mensen hun bloed hebben gegeven voor wetenschappelijk onderzoek om die vooruitgang mogelijk te maken. Dat waren destijds veel meer buizen bloed dan tegenwoordig en heeft ontzettend veel geholpen. Ik maak de resultaten daarvan in mijn werk dagelijks mee. Enige tijd geleden liep een man onze kliniek binnen. ‘Goh, ik ken jou’, zei hij. ‘Ja’, zei ik, ‘van 20 jaar geleden’. Ik zei tegen hem dat ik het fijn vond om hem zo mooi en gezond te zien. ‘Ja’, zei hij toen, ‘ik leef nog, we zijn er nog’. Het is geweldig om te zien dat de ontwikkeling van de hiv-medicatie zo ver is gekomen. Zo kan het dus ook.
Het is een interessant vakgebied. Maar nog interessanter zijn de verhalen die ik hier allemaal hoor. Natuurlijk, sommige mensen hebben geen zin in een praatje, en dan zijn we binnen tien minuten klaar. Maar als we gezellig zitten te kletsen, nemen we alle tijd. We hebben geen haast. Het is hier mijn tweede huis, haha.”
Boos
Op de deur van Ieda’s prikkamer hangt een poster van n=n, niet meetbaar = niet overdraagbaar. Dat ontroerde een patiënt zo dat die later bij zijn hiv-consulent in tranen uitbarstte. Hoewel de mensen in Ieda’s prikstoel allemaal over n=n weten, moet ze soms nog wel aan anderen uitleggen wat dat is. “Eerst viel ik soms nog in bij de kliniek waar ik vroeger werkte, en daar vroegen mensen dan: ‘Hé, ik heb je lang niet gezien?’ Als ik dan vertel dat ik nu op de hiv-poli werk, zeggen ze: ‘Oh, vind je dat niet eng?’” Nu klinkt Ieda heel verontwaardigd: “Dan word ik gelijk boos. Ik vertel ze dat er niets engs aan is en dat elke patiënt hetzelfde is. Ook in mijn privé-omgeving moet ik wel eens uitleggen dat als je de medicatie goed neemt, er niets aan de hand is. Hiv is een chronische ziekte en tegenwoordig leven mensen met hiv gemiddeld net zo lang als mensen zonder hiv. Sommigen zijn dan verbaasd.”
Paleisje
“Ik ben hier helemaal op mijn plek. Ik hoop dat ik hier mag blijven werken tot ik met pensioen ga. De waardering is groot, en ik voel me geliefd. Ik zie zó’n leuke groep mensen. Ze durven te leven en zichzelf te zijn, zo levendig, zo creatief! Ik krijg zo veel energie van ze. Daarom vind ik het jammer dat sommigen zichzelf niet durven te zijn omdat ze nog stigma ervaren. Ik denk dat iedereen moet leven zoals hij wil. Durf te zijn wie je bent. Als dat je lukt, is dat zo mooi.” Vooral aan één patiënt heeft Ieda bijzondere herinneringen. “Deze meneer kwam, toen ik nog in het Prinsengrachtziekenhuis werkte, binnen bij me en vertelde me dat hij onlangs zijn diagnose had gekregen. Hij had al heel veel vrienden verloren, en zag dat de medicijnen veel bijwerkingen hadden. Dat wilde hij niet. Hij wilde een feest geven om afscheid te nemen. Hij was kunstenaar en had zelf al zijn kist gemaakt. Op dat moment shockeerde me dat. Ik begreep het wel, maar het was zo’n mooi mens! Hij stond nog zo vol in het leven. Hij heeft euthanasie gepleegd. Ik ben daar nog steeds van onder de indruk.”
Tot slot laat Ieda trots en enthousiast haar prikkamer zien. “Dit is echt mijn paleisje. Er worden hier leuke en soms ingrijpende verhalen verteld. Maar ik probeer het bij iedereen uiteindelijk positief af te sluiten.”
Dit artikel verscheen eerder in hello gorgeous #31.
Tekst Liza van den Dijssel Fotografie Martijn Gijsbertsen