Iedereen heeft wel van die foto’s in zijn of haar fotoboek waarop je kleding draagt die je zelf nooit aangetrokken zou hebben. Als je had mogen kiezen tenminste. Ik ben opgegroeid in een groot (pleeg)gezin. Omdat er zoveel kinderen waren (dertien), maakte mijn moeder vaak zelf kleding. En ik moet zeggen dat die kleren soms leuker en mooier waren dan die uit de winkel, al liep ik er soms ook minder flatteus bij. Naarmate ik ouder werd, raakte ik meer gefascineerd door kleding, mode en volgde ik de nieuwe collecties van de ontwerpers.
Ik ben ervan overtuigd dat kleding niet alleen bedekking van onze huid is, maar dat het ook een expressie is van je identiteit en karakter. De emotie die sommige ontwerpers uitdrukken met hun collecties, ontroert me. Zelf kleding maken trekt me dan weer niet, omdat ik erachter kwam niet echt een ster te zijn achter de naaimachine. Ieder zijn eigen talenten, zeg maar.
Wel merk ik dat ik me kleed naar hoe ik me voel. Als ik blij ben, zien mijn kleren er dan ook kleuriger uit dan wanneer ik boos ben of stress heb. Vaak draag ik dan een bij elkaar geraapt zooitje. Denk aan een simpele spijkerbroek, shirt en vest.
Ondanks dat ik nu wisselende gevoelens heb over wat mijn moeder vroeger voor me maakte, zal ik − mocht ik zelf kinderen krijgen − ze graag een van mijn oude kledingstukken doorgeven. Dit omdat er een sentimentele waarde kleeft aan kleren van vroeger. Ze weerspiegelen niet alleen de creativiteit van diegene die ze draagt of gemaakt heeft, maar vooral de liefde en zorg die er is besteed om mij te kunnen kleden.
Deze column verscheen eerder in hello gorgeous #21.
Tekst Brenda Mugabona Fotografie Henri Blommers