Twee Nederlandse artsen zijn gewaarschuwd door het Centraal Tuchtcollege (CTG), omdat ze onderzochten of een homeopathisch middel de gezondheid van hiv- patiënten kan verbeteren, waarbij o.a. een risicoanalyse ontbrak.
Zij schonden met de studie die in Kenia plaatsvond, de basisprincipes voor wetenschappelijk onderzoek op mensen zoals vastgelegd in de Verklaring van Helsinki.
De twee artsen zetten een studie naar de werking van een homeopathisch middel (Iquilai) op, die in Kenia werd uitgevoerd door een Keniaanse onderzoeker. Ongeveer 250 hiv-patiënten hebben het middel getest. In een artikel op de website Aids Remedy Fund staat dat 90 procent van de patiënten positief reageerde. Wetenschappers menen echter dat de resultaten met een korreltje zout genomen moeten worden.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) stapte naar de tuchtrechter. Het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam wees de klacht echter af. Het kon zich vinden in het verweer van de artsen dat er geen sprake zou zijn geweest van medisch-wetenschappelijk onderzoek.
De IGZ tekende beroep aan en kreeg (deels) gelijk: het CTG vindt dat er wel sprake is geweest van wetenschappelijk onderzoek. De patiënten zijn hierbij niet goed behandeld volgens het CTG, omdat een risicoanalyse en onderzoeksprotocol ontbrak.
Het bleef bij een waarschuwing omdat volgens het CTG de artsen werden gedreven door ‘positieve intenties’.
(Bron: Medisch Contact)