Stigma in pasteltinten

0

Kunstenaarsduo Michael Elmgreen (55) en Ingar Dragset (47) namen het stigma op hiv als onderwerp voor een kunstwerk dat na Milaan, Monaco en London, nu in Beijing wordt vertoond. We spraken met hen over dit en ander werk.

“Wij vonden dat het tijd werd om een werk te maken over het stigma rond hiv, omdat ons opviel dat er nog zo weinig wordt gesproken over hiv. Begin jaren negentig waren hiv en aids grote thema’s, ook in de kunst. Voor kunstenaars als Gregg Bordowitz en Félix Gonzalez-Torres en het collectief General Idea waren hiv en aids belangrijke onderwerpen. ACT UP gebruikte kunst in hun activisme.

Tegenwoordig lijken de media en de kunstwereld het onderwerp echter links te laten liggen. Ook vanuit overheden is er steeds minder geld voor campagnes rond dit onderwerp. Logisch misschien, omdat de urgentie hier in het westen een stuk minder is geworden sinds mensen met hiv blijven leven, maar ook nu nog zijn er behoorlijk grote sociale uitdagingen rondom leven met hiv. Dat is wat we wilden aankaarten met dit specifieke werk.”

Boyfriend twins

Elmgreen en Dragset spreken als met één stem. Ze vullen elkaar aan en hebben duidelijk veel plezier in het precies formuleren van hun antwoorden. Sinds ze elkaar ontmoet hebben in 1995 in de After Dark, een homonachtclub in Kopenhagen, werken ze samen. Elmgreen schreef en droeg gedichten voor en Dragset studeerde theater. Hun eerste werk was een performance: ze gingen identiek gekleed als boyfriend twins naar een club en lieten het documenteren. Vervolgens werden ze uitgenodigd om tentoonstellingen te maken.

“Als outsiders van de kunstwereld waren we destijds gefascineerd door de manier waarop de kunstwereld zich presenteerde. Altijd die witte ruimtes waar kunst werd tentoongesteld. Zo steriel en georganiseerd dat je er bijna xenofoob van zou worden. We voelden ons er niet comfortabel bij en gebruikten dit gegeven om kunst te maken over de kunstwereld. Want we herkenden deze ongerieflijkheid in ons dagelijkse leven. Denemarken en Noorwegen zijn behoorlijk georganiseerde landen, maar voor bevolkingsgroepen als homo’s blijft er toch een zekere mate van ongemakkelijkheid bestaan.”

Actueel

Inmiddels wonen beide mannen in Berlijn, waar ze sinds 1997 hun vaste basis hebben. De eerste tien jaar van hun kunstenaarschap waren ze een stel, tegenwoordig hebben ze beiden een eigen privéleven. De afgelopen zeven jaar woonde Elmgreen ook in Londen en weet daardoor veel over het homoleven in die stad.

“Het was geen verrassing dat het werk Stigma in Londen zo resoneerde. Het aantal nieuwe infecties is daar nog altijd aan het stijgen. Hiv en stigma zijn onderwerpen die erg actueel zijn in de Britse hoofdstad. Neem bijvoorbeeld homo dating-apps. In de profielen komt het woord clean regelmatig voor. Daarmee wordt aangegeven dat je zelf geen hiv hebt en dat wordt ook van potentiële partners verwacht. Het zegt veel over het sociale stigma binnen de homoscene. Laat staan hoe het ervoor staat buiten deze gemeenschap. Als de media het over hiv hebben, dan is het al snel sensationeel gebrachte, foutieve informatie.”

Cocktails

Het werk Stigma bestaat uit verschillende samenstellingen van met kleurstof gevulde glazen vazen. “Misschien zijn urnen een logische associatie met de dieperliggende thema’s hier, maar onze inspiratie kwam toch vooral van de potten en flessen die je vroeger op de schappen in apotheken tegenkwam. De vazen zijn met de hand geblazen en gevuld met dezelfde pigmenten die ook gebruikt worden door de farmaceutische industrie om hiv-medicatie kleur te geven. Op deze manier wil het kunstwerk toeschouwers ook opmerkzaam maken op de commerciële belangen van deze industrie. Want door de pillen mooie zachte pasteltinten te geven, lijkt het net alsof deze middelen minder schadelijk zijn.

De vazen zijn zo gerangschikt dat elke groep een verzameling is van diverse medicatie, zoals mensen met hiv die kennen. Soms slik je drie verschillende pillen, soms twee, soms één per keer. De kleuren en het aantal vazen representeren daadwerkelijk de gangbare cocktails. Op deze manier willen we kunstverzamelaars die geïnteresseerd zijn in dit werk, net als mensen met hiv, hun specifieke dosis laten kiezen. De combinaties worden onafhankelijk van elkaar verkocht.”

Observeren

Op de vraag in hoeverre dit werk autobiografisch is, willen de kunstenaars geen antwoord geven. “Ons werk is niet persoonlijk. We observeren het leven om ons heen en geven daar een draai aan. Maar dat betekent niet dat het automatisch over onszelf gaat. Zo hebben we het monument voor de onder het nationaalsocialisme in de Tweede Wereldoorlog vervolgde homoseksuelen ontworpen, dat tegenover het Holocaustmonument in Berlijn-Tiergarten staat.

Homoseksuele en mannelijke identiteiten zijn wel onderwerpen die we vaker in ons werk onderzoeken, maar dat komt vooral omdat we dit tegenkomen in ons leven. Zo ook met hiv. Het is een onderdeel van het leven, zelfs als veel mensen er de voorkeur aan geven om het niet te zien. In dat geval zijn wij misschien diegenen die het wel een stem geven.

Een aantal jaar geleden hadden we een tentoonstelling in Rotterdam. We waren van plan om in een park waar mannen elkaar ‘s nachts treffen een werk te maken dat het cruisen ook overdag zichtbaar zou maken. We kozen ervoor om bepaalde elementen die je ook in seksclubs tegenkomt in het park neer te zetten, zoals gloryholes (gaten in een muur waardoor men seks met elkaar kan hebben, red.). We hadden toestemming gekregen van de galerie en van de gemeente. Alleen de mensen die het park beheerden, waren het er niet mee eens. Zij vonden dat het park voor iedereen moest zijn. Een heel interessante stellingname natuurlijk, want door te verklaren dat een openbare ruimte voor iedereen moet zijn, is ze eigenlijk voor niemand. Dat zijn ideeën die ons fascineren.”

Lees de rest van dit interview in hello gorgeous #14.

Tekst Gerrit Jan Wielinga Fotografie Roberto Marossi

Leave A Reply