De rechtbank in Amsterdam legt geen straf op aan een man met hiv, die voor eigen gebruik meer hennep teelde dan van de Opiumwet mag. Volgens de rechtbank is er sprake van een uitzonderlijke en levensbedreigende situatie, omdat de man geen baat heeft bij gebruik van legale medicinale cannabis.
De man, die in 1992 zijn hiv-diagnose kreeg, gebruikt hiv-medicijnen die maken dat hij last heeft van misselijkheid en braken. Deze bijwerkingen kunnen deels worden verholpen, maar niet door alle soorten cannabis.
Doordat de werkende soort niet als medicinale cannabis wordt geleverd, zag de man zich genoodzaakt zelf cannabis te gaan telen van een soort die wel werkt.
De rechtbank is het met de man eens dat hij niets anders had kunnen doen en dat er sprake is van overmacht als bedoeld in het Wetboek van Strafrecht.
