Het COC werkt samen met andere organisaties aan hiv-bestrijding in het buitenland met het programma Bridging the Gap. Directeur Koen van Dijk over het belang van het koppelen van mensenrechten aan gezondheid.
COC Nederland is met bijna 70 jaar de oudste belangenorganisatie voor homo’s, lesbo’s, bi’s en transgenders (LHBT’s) ter wereld. Directeur Koen van Dijk (48) is trots op wat zijn organisatie de laatste jaren allemaal heeft bereikt. Zo zijn alle beloftes van het roze stembusakkoord, dat in 2012 met negen politieke partijen werd gesloten, verzilverd. Hij weet echter ook dat de organisatie niet op haar lauweren kan rusten. ‘’Homo’ is het meest gebruikte scheldwoord op scholen. Het zelfmoord percentage onder LHBT-jongeren ligt vijf keer hoger dan bij hetero-jongeren. Er mogen dan wel wetten zijn die ons beschermen, er gaan in ons land nog steeds mensen dood omdat de homo-emancipatie nog niet is voltooid.’
Naast het werk in Nederland, is het COC ook internationaal actief. Onder meer met Bridging the Gap (BtG). Deze alliantie van het COC, Aids Fonds, GNP+, Mainline en Aids Foundation East West werkt in verschillende landen aan hiv-preventie.
Extra kwetsbaar
BtG richt zich op de zogenaamde kwetsbare groepen, zoals mannen die seks hebben met mannen, sekswerkers, transgenders en druggebruikers. Waarom?
‘Uit onderzoek weten we dat deze groepen extra kwetsbaar zijn voor hiv. In veel landen wordt bij preventie, maar ook in de zorg voor mensen met hiv, geen rekening gehouden met deze groepen. Bijvoorbeeld omdat homoseksualiteit nog een taboe is of zelfs verboden. In zo’n geval wordt hiv-preventie wel erg moeilijk. Als homo ga je niet naar een kliniek om jezelf te laten testen op hiv en andere soa, als je het risico loopt meteen naar de gevangenis te gaan als men erachter komt dat je een soa hebt in je anus.’
BtG is onder andere actief in Kenia, Zuid-Afrika, Zimbabwe, Botswana, Ecuador en Oekraïne. Wat is jullie aanpak in die landen?
‘We werken altijd samen met lokale LHBT-groepen. Die ondersteunen we in het sterker maken van hun organisaties en het samenwerken met gezondheidsdiensten. Of we helpen ze om zelf diensten aan te bieden en voorlichting te geven. Ook ondersteunen we hen bij de lobby op bijvoorbeeld de eigen nationale overheid. Belangrijk is dat het organisaties zijn die voortkomen uit de gemeenschap. Zij bepalen zelf hun agenda, en wij dragen bij met onze kennis, ervaring, inzichten en netwerken.’
Waarom ligt de focus binnen BtG op het koppelen van mensenrechten aan gezondheid?
‘Kwetsbare groepen hebben met elkaar gemeen dat zolang hun rechten nog in het geding zijn, het erg moeilijk is om gezonde keuzes te maken. Een voorbeeld is de positie van sekswerkers. In veel landen is prostitutie gecriminaliseerd. Als een vrouw een condoom op zak heeft, wordt dat gezien als bewijs dat ze een sekswerker is. Deze vrouwen zullen daarom minder snel een condoom bij zich dragen, waardoor ze meer kans lopen op hiv.’
Wetgeving
Wat zijn voorbeelden van de resultaten die jullie hebben geboekt?
‘Soms is dat resultaat heel direct. Er is bijvoorbeeld in heel veel landen een groot gebrek aan condooms en glijmiddel; soms is glijmiddel zelfs verboden. Via onze programma’s krijgen onze partners condooms en glijmiddel om in de gemeenschap te verspreiden. Een ander – meer abstract – voorbeeld is de intensieve lobby waar wij onze Afrikaanse partners bij hebben ondersteund. Deze heeft ertoe geleid dat er vorig jaar door het mensenrechtencomité van de Afrikaanse Unie een resolutie is aangenomen die landen oproept om op te treden bij geweld tegen LHBT’s. Organisaties kunnen hiermee de overheden in hun eigen land bewegen tot het daadwerkelijk omzetten van zo’n resolutie in regelgeving.’
Wat heeft een homoman in Malawi hieraan?
‘Op langere termijn heel veel. Veel organisaties proberen de politie in hun land zover te krijgen dat die optreedt bij geweld tegen LHBT’s. Met deze resolutie hebben ze iets waarop ze zich kunnen beroepen. Nu zijn het niet alleen de LHBT-activisten zelf, maar ook de gezaghebbende Afrikaanse Unie die tegen de politie zegt dat ze in plaats van cruise–plekken te overvallen, ze daar juist de veiligheid moeten garanderen. Dat heeft een effect op hiv-preventie. In een veilige omgeving maak je andere keuzes dan in een onveilige omgeving.’
Dubbel stigma
Wat doen jullie voor mensen met hiv?
‘Een aantal partnerorganisaties organiseert avonden voor hiv-positieve homomannen. Dat werkt soms wel, soms niet. In landen waar het stigma op homoseksualiteit en hiv nog heel erg groot is, is het natuurlijk ook moeilijk om deel te nemen aan community-activiteiten gericht op deze groep. Verder begeleiden ze ook hiv-positieven naar klinieken waar ze hun hiv-behandeling kunnen krijgen.’
Als ze die al kunnen krijgen…
‘In veel landen is nog een enorm tekort aan hiv-remmers. Andere organisaties, waaronder ook het Aidsfonds, voeren een sterke lobby voor een bredere beschikbaarheid. Dat is geen directe doelstelling in BtG. Wij maken ons sterk voor het feit dat seksuele oriëntatie, het gegeven dat je drugs gebruikt of sekswerker bent, geen belemmering mag zijn bij toegang tot hiv-medicatie en goede gezondheidszorg.’
Hier hebben we discussies over PrEP, dat bescherming biedt tegen hiv en het feit dat je het virus niet meer kunt overdragen als je hiv-remmers neemt (‘het Zwitsers standpunt’). Speelt dit ook in de landen waar jullie mee samenwerken?
‘In Zuid-Afrika komt dit zeker terug in de preventie. Maar Zuid-Afrika is een relatief rijk land, en hoewel sociale acceptatie laag is en geweld tegen LHBT’s nog veel voorkomt, is homodiscriminatie bij wet verboden. In bijvoorbeeld Malawi is de situatie heel anders. Daar mag je al blij zijn als je aan condooms en glijmiddel kunt komen. Hier in Nederland is de discussie over PrEP ook belangrijk in het bestrijden van het stigma van mensen die leven met hiv. Maar in veel landen gaat het gesprek nog vooral over het zelf kunnen accepteren dat je homo bent, en of je familie je niet zal vermoorden als ze weten dat je op mannen valt.’
Gezonde keuzes
Is het niet vreemd dat die structurele aanpak van hiv-preventie door Nederlandse organisaties wel in het buitenland wordt gevoerd, maar niet in ons land? We weten immers dat veilig vrijen niet alleen een kwestie is van het condoom omdoen. Omgevingsfactoren zijn erg belangrijk voor het kunnen maken van gezonde keuzes. Je zei net zelf: ‘in een veilige omgeving maak je andere keuzes dan in een onveilige omgeving’.
‘Goed in je vel zitten is wat anders dan de rechten waar we binnen BtG mee werken. Dat gaat over de universele rechten van de mens: toegang tot gezondheid, recht op leven, vrijheid – al dat soort dingen.
Maar het gaat toch ook over omgevingsfactoren? Of iemand zich vrij genoeg voelt om voor zichzelf op te kunnen komen, geldt net zo goed hier als in Swaziland. Zie je geen rol voor het COC weggelegd om zich, met de kennis en ervaring van BtG in het buitenland, ook in ons land te bemoeien met hoe de hiv-preventie hier wordt gevoerd?
‘Het COC is in Nederland niet uitvoerend betrokken bij hiv-preventie, dat doen andere organisaties. Het COC wordt wel regelmatig gevraagd om over de preventie mee te denken of kan deze organisaties daar zelf over aanspreken.’
Lees de rest in hello gorgeous #10
Tekst Leo Schenk Fotografie Henri Blommers