Sinds 2019 is hij voorzitter van het Amsterdam Diner, het populaire benefietgala dat awareness rond hiv en aids creëert. Roel Veltmeijer is succesvol ondernemer en de eerste voorzitter met hiv. “Ik heb het vrij snel aan mijn beste vrienden verteld, maar daarbuiten hield ik het nog lang stil.”
Roel Veltmeijer (40) is eigenaar en CEO van de Veltmeijer Group, een grote internationale onderneming die arcadehallen in heel Europa heeft. Roel vormt inmiddels de derde generatie van het bedrijf. De jukeboxen waar Roels grootvader in de jaren vijftig mee begon, werden in de jaren tachtig vervangen door arcadespellen als Space Invaders en Pac-Man en later door arcadehallen in de vakantieparken van Center Parcs. De jonge Roel zag het eerst niet zitten om ook te werken bij het Limburgse bedrijf, maar in 2008 nam hij alsnog het stokje van zijn vader over.
Roel: “Tien jaar geleden hadden we te maken met de laatste restjes van de financiële crisis. De vakantieparken kregen te maken met teruglopende bezoekersaantallen en ook wij hadden daar last van. Ik was net uit de kast als homo, en fan van Beyoncé. Die lanceerde haar vierde album in een hippe arcadehal op Times Square. In Amerika en Azië was er een bloeiende business van goedbezochte arcadehallen en ik dacht: dat moet ook hier kunnen.” Hij kwam met een vernieuwd concept en dat sloeg aan. Zijn bedrijf heeft inmiddels 47 arcades zoals Gamestate in zeven landen, waaronder Nederland, Duitsland, België, Frankrijk en Slowakije.
Hoe oud was je toen je erachter kwam dat je homo bent?
“27. Ik had tien jaar een relatie gehad met een meisje, dat stuk liep. Niet omdat ik homo was, want dat speelde toen nog niet. Ergens in mij brandde wel een voorzichtig waakvlammetje, maar ik had besloten er geen aandacht aan te geven. Na die relatie besefte ik dat ik er toch wél aandacht aan moest geven. Na anderhalf jaar wist ik het zeker: ik ben homo. Ik ben toen naar Amsterdam verhuisd.”
Meteen weg uit Limburg?
“Ja, meteen! Ik vond het heel eng om in mijn omgeving uit de kast te komen. Ik was een tijdje actief op Bull Chat, maar durfde niet met mensen uit de buurt te chatten, uit angst dat ze zouden weten wie ik was. Toen ik eenmaal mijn homoseksualiteit had geaccepteerd, had ik een erg leuke coming out. Je weet pas wat geluk is als je ellende hebt meegemaakt. In Limburg stond ik op een zaterdagavond in de kroeg voetbal te kijken en ging om één uur naar bed. In Amsterdam stond ik opeens tot drie uur ’s nachts op de muziek van Whitney en Beyoncé te dansen. Dit is het, wist ik! Dit zijn mijn mensen die me begrijpen.”
Hoe reageerde je familie?
“Heel goed eigenlijk. Het was natuurlijk wel spannend om het ze te vertellen, maar ik heb nooit het idee gehad dat mijn familie me niet zou accepteren.”
En in het bedrijf?
“Daar werd er minder goed op gereageerd. Ik weet nog dat ik de eerste keer op een boot stond met Pride. Ik had een date met een vriendje en daar stond ik mee te zoenen, niet wetende dat er camera’s van AVRO/TROS opnames maakten. Mijn medewerkers in Limburg zagen opeens hun baas zoenend met een man op tv. Het werd nooit openlijk tegen mij gezegd, maar ik wist dat erover gepraat werd. Inmiddels zijn we tien jaar verder en vaart de helft van mijn personeel mee op onze eigen boot tijdens Pride.”
In 2016 kwam je erachter dat je hiv hebt. Hoe is dat gegaan?
“Ik was doodsbang voor hiv en wilde er absoluut niks mee te maken hebben. Begin 2016 hoorde ik dat er zoiets als PrEP bestond. Samen met een van mijn beste vrienden vond ik een adres in New York en in november zou ik daar voor mijn werk op bezoek gaan en ook de pillen ophalen. Zover is het nooit gekomen. Begin augustus werd ik doodziek. Na vijf dagen knapte ik wat op. Het was de dag voor de botenparade en ik zou meevaren op onze eigen boot. Een stemmetje in mijn hoofd zei me: ‘misschien moet je je voor de zekerheid toch maar even laten testen’. Toen ik die middag terugkwam voor de uitslag keek de GGD-medewerker me meewarig aan en wist ik hoe laat het was.”
Hoe reageerde je?
“Ik voelde de grond onder mijn voeten wegzakken. Ik heb eerst gebeld met die goede vriend met wie ik samen op zoek was naar PrEP. Ik zei tegen hem: ‘Ik ben net bij de GGD geweest voor een hiv-test en die was positief.’ Het was even stil aan de andere kant van de lijn en toen zei hij: ‘Je zult het niet geloven, maar ik was ook vanmiddag bij de GGD en ik heb ook hiv.’ Bizar! Ik heb me met een smoesje afgemeld voor de botenparade de volgende dag en we zijn samen naar de Veluwe gegaan dat weekend. Daar hebben we veel gepraat en ook gehuild en er een glas wijn op gedronken.”
En toen je terugkwam?
“Ik heb het vrij snel aan mijn beste vrienden verteld, maar daarbuiten hield ik het nog lang stil. Ik had veel te overwegen. Wat zijn de potentiële risico’s voor mijn bedrijf? Als men zou weten van mijn hiv, zouden ze me dan anders behandelen? Sommige mensen denken nog steeds dat je met hiv over drie maanden in een kist ligt.”
Wanneer kwam hier verandering in?
“Ik was al een paar jaar naar het Amsterdam Diner gegaan. Eerst als gast van iemand die een tafel had gekocht. Daarna kocht ik met ons bedrijf mijn eigen tafel. Ik heb altijd veel genoten van de vrije sfeer daar. Toen ik hiv kreeg, dacht ik: nu heb ik het ook en moet ik er iets mee doen. Dat was in de begintijd wel heel lastig, want ik had zakenrelaties aan mijn tafel, die het niet wisten. In 2019 werd ik gebeld door Jacques Kuyf, de toenmalige voorzitter. Hij zei: ‘Je bent nu een paar keer geweest en we zien wat je doet met je bedrijf. Zou jij niet de volgende voorzitter willen zijn?’”
Wisten ze dat je hiv hebt?
“Op dat moment nog niet. Ik moest er ook nog wel even over nadenken, maar kwam al gauw tot de conclusie om het avontuur aan te gaan. Dit gaat per slot van rekening over mensen zoals ik. Vorig jaar was mijn eerste diner als voorzitter, na twee jaar geen gala door corona. Ik stond voor 1.500 mensen op het podium te vertellen dat ik hiv heb. Dit was erg emotioneel, maar ook bevrijdend. Ik kreeg de kans om aan andere CEO’s en mensen uit de corporate wereld te laten zien dat hiv niet alleen elders voorkomt maar ook hier. Ik zou niet op een podium kunnen staan en over het stigma praten, terwijl ik zelf niet open was over mijn hiv. Ook bij zakelijke interviews zeg ik vooraf altijd dat ik het alleen wil doen als ik ook kan spreken over mijn werk voor het Amsterdam Diner. Dat is een voorwaarde. Gek genoeg merk ik dat ik soms nog steeds moeilijk vind om het tegen iemand te zeggen. Het is veel moeilijker dan uit de kast komen als homo. Er zijn nog zeer schrijnende situaties rondom de acceptatie van homoseksualiteit in ons land, maar ik denk dat we het hier goed voor elkaar hebben qua homo-emancipatie. Zeker in de randstad. Dat is nog zeker niet het geval met hiv.”
Word je anders behandeld met hiv?
“Ik weet dat sommige mensen nog denken dat ik erg besmettelijk ben. Men weet er nog niet het fijne van. Zoals niet meetbaar = niet overdraagbaar. Dat is een heel leuke quote, maar met alle respect: alleen een paar homo’s en mensen met hiv weten wat dit betekent. Daarbuiten weet niemand dit. In de gay community word je soms raar aangekeken als je hiv hebt. Kun je nagaan hoe dit buiten de community is. Heb ik er last van? Een beetje. Vorig jaar ben ik met het Aidsfonds naar Kenia geweest en daar is het stigma echt wel iets anders. Daar gaan mensen dood, niet omdat ze geen medicijnen hebben, maar vanwege het stigma. En kijk eens naar ons koninkrijk. Naar de Antillen… daar is ook nog veel te doen.”
Hoe zie je de toekomst van ‘het Met-gala van de lage landen’, zoals jij het noemt?
“De bezoekers van het Amsterdam Diner komen daar niet omdat daar een bordje boven hangt met ‘hiv/aids’. Als daar een andere chronische ziekte boven zou staan zouden ze ook komen. Waarom? Omdat Het Amsterdam Diner al dertig jaar lang het meest toonaangevende benefietgala is van Nederland. Het is ook het meest vrije gala dat er is. Mensen kunnen er zijn wie ze zijn. Wij gebruiken die bekendheid en aantrekkingskracht van het gala om hiv en aids op de kaart te zetten. De komende jaren wil ik nog meer fondsen binnenhalen en awareness blijven creëren. Toen ik op het podium van het Amsterdam Diner vertelde dat ik hiv heb, waren er ook anderen die het aan hun tafelgasten vertelden. Later stuurden ze mij hierover een berichtje. Dat wil ik voor elkaar krijgen: dat het over tien jaar normaal is om er open over te zijn.”
Dit artikel verscheen eerder in hello gorgeous #43.
Tekst Leo Schenk Beeld Linelle Deunk