In de jaren negentig waren de jongens van de Safe Sex Guerilla hét gezicht van de Amsterdamse hiv-preventie. Met hun theatrale overval-acts in disco’s en op feesten lieten ze de verleidingen zien van het homoleven. Voor hello gorgeous kwamen ze weer samen om herinneringen op te halen. “We deelden alles, behalve onze hiv-status.”
Begin jaren negentig was ik begonnen als hiv-preventiewerker in Amsterdam. De homogemeenschap leefde toen al zo’n tien jaar met het bestaan van aids. De hiv-preventie zocht naar nieuwe wegen om veilig vrijen bij homo’s onder de aandacht te blijven brengen en samen met mijn collega’s ontwikkelde ik het idee van een groep jonge jongens, die via non-verbale acts de veilig vrijen-boodschap wilde overbrengen. De Safe Sex Guerrilla was geboren en we maakten furore met optredens in binnen- en buitenland en acts met namen als Fuck U in the Ass, Saved by the Bell, Going to the Dogs en No Excuse. Ik sprak met acht van hen en samen keken we terug op deze bijzondere tijd.
Het begin
Eric: “Ik was 22, woonde net in Amsterdam en wilde iets gaan doen met hiv. Iemand in de bar Havana vertelde mij dat er jongens werden gezocht voor een preventieproject gericht op jonge homo’s. Hij gaf me Leo’s nummer en even later kwamen we met vijf jongens bij elkaar.”
Erik: “Voor mij was het een manier om andere homo’s te leren kennen, maar ook zelfbescherming was een reden om mee te doen. Het was voor mij een manier om bewuster om te gaan met hiv en veilig vrijen. We begonnen met brainstormen over wat er bij ons zelf speelde en hoe we dit vervolgens met een act konden vertellen.”
Eric: “Het was spannend maar ook doodeng, omdat je niet wist waar het naar toe zou gaan. Ik had aanvankelijk een grote weerstand tegen optreden en durfde niet. We hadden onze première in gaydisco de Cockring en het was meteen een succes. Dat hielp mij over de drempel heen. Sanjay heeft daar zeker een belangrijke rol in gehad.”
Erik: “Hij bracht ons verder door ons steeds uit te dagen. Ik had ook meteen een groot respect voor Zjef, die het creatieve proces leidde.”
Eize: “We deden alles zelf. Van het bedenken van de acts, het maken van de outfits tot het vullen van duizenden condoomverpakkingen.”
André: “Er zat veel creativiteit in de groep maar ook daarbuiten. Vormgevers Erik Wong en de gebroeders Silvestri maakten voor ons posters, kettinkjes en ander publiciteitsmateriaal.
Henri: “De vrijheid en gekte met elkaar was heel bijzonder. We waren allemaal heel verschillend en zouden elkaar nooit hebben ontmoet zonder de Guerrilla.”
Impact
Albert: “Tot die tijd werd preventie vaak van bovenaf opgelegd en dit was echt iets nieuws. Voor de doelgroep, door de doelgroep. De impact was gigantisch.”
Orlando: “Al snel werden we ook gevraagd om buiten Amsterdam op te treden. Ik herinner me een show in Zwolle. We traden op met dildo’s met lasers erin en er stond enkel een groepje lesbo’s te kijken, dat zich van schrik plat tegen de bar had gedrukt.”
Albert: “In de provincie werd er echt naar ons opgekeken. We waren diva’s, maar op een goede manier. Na een optreden bleven we altijd hangen en dan ging het helemaal los, dankzij ons.”
Vinny: “We gingen nooit over de top. Dat liet Zjef niet toe.”
André: “We traden ook veel op in het buitenland en pasten beter in steden als Manchester, Wenen en Keulen, dan in een willekeurig provinciestadje.”
Eric: “Of men iets meekreeg van de optredens viel moeilijk te meten. Maar ik kan me geen nare opmerkingen of kritiek herinneren. Wél hebben we ooit een brief gekregen van iemand die Saved by the Bell had gezien en schreef dat er voor hem niets meer te redden viel omdat hij al hiv had.”
André: “Het leverde goede discussies op over de vraag of onze acts bedoeld waren om hiv-negatieven negatief te houden of dat ze voor iedereen waren. Onderling werden we steeds vertrouwder met elkaar en durfden we meer met elkaar te delen.”
Henri: “Ik ben zeker bewuster geworden over seks en hiv door bij de Guerrilla te zijn. Niet zozeer met betrekking tot het veilig vrijen, want dat deed ik al. Ik leerde veel door ervaringen te delen over situaties waarin je terecht kunt komen.”
Aangerand
Erik: “Na iedere act gingen we het publiek in om iets uit te delen. Ik had soms wel het gevoel dat men dacht alles met je te kunnen doen. Ik voelde me regelmatig aangerand en dacht vaak: het moet niet gekker worden.”
Albert: “Mensen dachten waarschijnlijk dat ze sjans met je hadden, zo van: die pakken we even goed vast. Het was geen act voor doetjes.”
Eric: “Jij had vaak ook een dankbare rol, Erik. Jij speelde het dominante type, de top, en dat sprak het publiek natuurlijk erg aan.”
André: “Ik zat vandaag nog te kijken naar die foto’s waar we bier in elkaars mond spuugden. Dat vond ik erg opwindend, het was niet niks. We waren erg close met elkaar.”
Orlando: “Iemand zei eens: het mooie van de Guerrilla is dat we alles met elkaar doen, behalve klaarkomen.”
Erik: “Nou…”
Eize: “Er was een goede energie in de groep. We konden alles tegen elkaar zeggen en er werd ontzettend veel gelachen. Van tevoren werd gezegd dat je er slechts twee uur per week mee kwijt was. Maar het moest goed worden. We stonden voor kwaliteit. Al gauw waren we er veel meer uren mee kwijt.”
Albert: “Het was super intens, maar we probeerden ook echt iets te veranderen. Het was een heftige tijd met hiv en aids om ons heen en wat we deden was zeker nodig.”
Kop in het zand
Vinny: “Ik had toen al hiv, maar stak mijn kop in het zand. Zolang ik niet ziek ben, wil ik niet als patiënt worden gezien, door wie dan ook. Ik wilde een normaal leven leiden en als ik ziek zou worden, zou ik nog tijd genoeg hebben om het aan iedereen te vertellen. Het was voor mij nog echt even geen thema. Ik heb het weggestopt en daar was ik kennelijk heel goed in, want ik heb er nooit mee gezeten.”
Erik: “Wij wisten het niet.”
Albert: “We deelden alles met elkaar behalve onze hiv-status.”
André: “Volgens mij vertelde de rest het aan de groep, nadat jij eind augustus 1997 met aids was opgenomen in het ziekenhuis, Leo. Ik kan me een gesprek herinneren waarbij drie of vier mensen hun hand opstaken toen er werd gevraagd wie er ook hiv heeft.”
Albert: “Drie mensen wisten van mijn hiv, totdat Leo ziek werd. Ik kon toen tegen mensen zeggen dat jij met aids in het ziekenhuis lag en dat ik zelf hiv had. Dat laatste hoorde men vaak niet eens meer.”
Barebacking
Erik: “Ik ben er vlak voor de laatste act uitgegaan. Ik merkte dat ik het niet langer kon combineren met mijn studie medicijnen. Er werd heel veel geblowd en gedronken en ik moest mijn co-schappen nog doen.”
Henri: “We hadden op het eind ook veel discussies over veilig vrijen, barebacking en wat we als groep moesten uitstralen. Over hoe we ons moesten gedragen en of we niet te veel de nadruk legden op het buitenland met de optredens in plaats van Nederland. Op een gegeven moment spatte het uit elkaar.”
André: “We hebben het langer uitgehouden dan de Spice Girls, maar op een gegeven moment was het op.”
Eric: “Ik ben er uiteindelijk mee gestopt omdat de boodschap steeds abstracter werd. Maar ik had het voor geen goud willen missen.”
Eize: “Ik kijk er met trots op terug en denk dat we best wel wat hebben bereikt.”
Orlando: “De jaren bij de Guerrilla hebben me erg gevormd. Ik kreeg in 2004 hiv en doe er ook nu alles aan om het bespreekbaar te maken. Mijn vriend is op 10 mei jongstleden overleden. Hij had ook hiv en kon dat niet verkroppen. Hij gooide zichzelf voor de metro bij Sloterdijk. Ik verhuis binnenkort naar Italië waar ik aan de slag ga als hiv-test counselor. Ik wil graag iets betekenen voor de gay community daar.”
Vinny: “Het was meer dan alleen vrijwilligerswerk. Het was ook een soort zelftherapie en het heeft ons door een belangrijke en intense periode geholpen.”
Dit artikel verscheen eerder in hello gorgeous #17.
Tekst Leo Schenk Fotografie Taco Smit